BOEDAPEST, DE RATTENVRIJE STAD
Begin jaren zeventig leed de Hongaarse hoofdstad Boedapest onder een regelrechte rattenplaag. Vooral in het centrum, in de wijken langs de Donau, was de situatie ernstig. Vrijwel alle huizen in de buurt van de rivier hadden last van het ongedierte. Stedelijk gold dat voor één op de drie huizen. De schade die ze veroorzaakten, liep jaarlijks in de miljoenen dollars. Voor de gemeente was dat aanleiding om de ratten letterlijk de oorlog te verklaren.
De gemeente besloot tot een maatregel die op het eerste gezicht onuitvoerbaar leek: de totale uitroeiing van ratten in een stad van ruim twee miljoen inwoners. Dat plan was beslist veel moeilijker geweest, als Hongarije op dat moment geen socialistisch land was geweest, erkent Janós Szilagyi van Babolna Biomilieu, het bedrijf dat sinds haast 35 jaar met de bestrijding is belast.
Huiseigenaren draaiden destijds voor de kosten op. Dat had op zich al een reden kunnen zijn de bestrijdingsdienst de toegang te weigeren. Maar Hongarije had een autoritair regime en overal in de stad hingen affiches die waarschuwden dat het strafbaar was de rattenjagers niet toe te laten. Niemand haalden het in zijn hoofd om de deur dicht te houden. En het werkte. Sinds 1972 is Boedapest een rattenvrije stad
Een oorlog was het, met een echte frontlijn. De rattenbrigades, zoals de groepjes vangers in toepasselijke oorlogstaal heten, begonnen hun werk in 1971 aan de westgrens van de stad en rukten huis voor huis, straat voor straat, langzaam op naar de oostgrens. In 21 maanden werd letterlijk ieder gebouw, iedere woning door de brigades bezocht en werd in iedere kelder, op ieder dak en in alle rioleringen in het totaal ruim 1,6 miljoen kilo vergiftigd aas uitgezet.
Dat aas, door Babolna zelf ontwikkeld, bestaat uit parafineblokken vermengd met gif en een goede kwaliteit graan. De parafine heeft het voordeel dat het graan niet bederft, ook niet in een riolering. Bovendien zijn de knaagsporen van de ratten er duidelijk in te zien, wat handig is voor de nacontrole. Het aas wordt altijd ruimschoots en herhaald geplaatst, zodat de ratten er gegarandeerd genoeg van eten. Dat is belangrijk, omdat de beesten anders resistentworden tegen het gif.
Tijdens de oorspronkelijke campagne daalde het aantal gebouwen waar ratten leefden van één op de drie tot één op de tweehonderd. Schade hebben de beesten sinds 1972 niet meer veroorzaakt. Ook bepaalde ziekten, zoals leptospirosis, een infectieziekte die ondermeer door ratten wordt overgebracht, zijn in Boedapest goeddeels verdwenen. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is de stad wereldwijd het beste voorbeeld van een langdurige, succesvolle en goedgedocumenteerde rattenbestrijdingscampagne in zo’n omvang territorium.
Vanaf het begin heeft Babolna alle gegevens over de bestrijding vergaard, van rattensporen en keutels, het aantal dode ratten en de hoeveelheden gevreten aas tot het weer en het tijdstip van verdelging. Daardoor heeft het bedrijf een unieke database over het gedrag van ratten en is het inmiddels in staat op basis van bijvoorbeeld het weer te voorspellen hoe zich de rattenpopulatie ontwikkelt.
Uiteraard was een eenmalige campagne voor de totale verdelging niet voldoende. Terwijl de rattenjagers in het oosten van de stad nog huis aan huis beesten verdelgden, startte in het westen al het zogenaamde onderhoud. Aan de buitengrenzen van de stad, langs de Donau, op treinstations en op riskante plaatsen zoals markten. slachthuizen en voedselverwerkende industrieën werden ‘verdedigingslinies’ opgezet, waar ook vandaag de dag nog permanent grote hoeveelheden vergiftigd aas staan opgesteld om te voorkomen dat ratten van buiten de stad binnendringen of enkelingen zich in een voedselrijke omgeving succesvol vermenigvuldigen.
Die verdedigingslinies, die zo’n 50 tot 200 meter zijn, worden permanent gecontroleerd. Verder wordt ieder deel van de stad één maal in de twee maanden door een rattenbrigade gecontroleerd. Af en toe komen de rattenbridages in actie, omdat een inwoner klaagt. Dan staan de rattenvangers binnen 24 uur voor de deur.
Dat gebeurde in 2004 189 keer, in 2005 iets vaker. ,,Met een milde winter en een natte en lange zomer met overvloedige oogsten was dit voor ratten een goed jaar, zodat meer beesten van buiten de stad binnenkwamen en we wat meer klachten hebben gekregen’’ zegt Szilagyi. Maar met pakweg 200 telefoontjes in 2005 is Boedapest volgens internationale normen nog steeds rattenvrij. ,,Mijn kinderen hebben in hun leven nog nooit een levende rat gezien’’, aldus Szilagyi.
De gemeente besloot tot een maatregel die op het eerste gezicht onuitvoerbaar leek: de totale uitroeiing van ratten in een stad van ruim twee miljoen inwoners. Dat plan was beslist veel moeilijker geweest, als Hongarije op dat moment geen socialistisch land was geweest, erkent Janós Szilagyi van Babolna Biomilieu, het bedrijf dat sinds haast 35 jaar met de bestrijding is belast.
Huiseigenaren draaiden destijds voor de kosten op. Dat had op zich al een reden kunnen zijn de bestrijdingsdienst de toegang te weigeren. Maar Hongarije had een autoritair regime en overal in de stad hingen affiches die waarschuwden dat het strafbaar was de rattenjagers niet toe te laten. Niemand haalden het in zijn hoofd om de deur dicht te houden. En het werkte. Sinds 1972 is Boedapest een rattenvrije stad
Een oorlog was het, met een echte frontlijn. De rattenbrigades, zoals de groepjes vangers in toepasselijke oorlogstaal heten, begonnen hun werk in 1971 aan de westgrens van de stad en rukten huis voor huis, straat voor straat, langzaam op naar de oostgrens. In 21 maanden werd letterlijk ieder gebouw, iedere woning door de brigades bezocht en werd in iedere kelder, op ieder dak en in alle rioleringen in het totaal ruim 1,6 miljoen kilo vergiftigd aas uitgezet.
Dat aas, door Babolna zelf ontwikkeld, bestaat uit parafineblokken vermengd met gif en een goede kwaliteit graan. De parafine heeft het voordeel dat het graan niet bederft, ook niet in een riolering. Bovendien zijn de knaagsporen van de ratten er duidelijk in te zien, wat handig is voor de nacontrole. Het aas wordt altijd ruimschoots en herhaald geplaatst, zodat de ratten er gegarandeerd genoeg van eten. Dat is belangrijk, omdat de beesten anders resistentworden tegen het gif.
Tijdens de oorspronkelijke campagne daalde het aantal gebouwen waar ratten leefden van één op de drie tot één op de tweehonderd. Schade hebben de beesten sinds 1972 niet meer veroorzaakt. Ook bepaalde ziekten, zoals leptospirosis, een infectieziekte die ondermeer door ratten wordt overgebracht, zijn in Boedapest goeddeels verdwenen. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is de stad wereldwijd het beste voorbeeld van een langdurige, succesvolle en goedgedocumenteerde rattenbestrijdingscampagne in zo’n omvang territorium.
Vanaf het begin heeft Babolna alle gegevens over de bestrijding vergaard, van rattensporen en keutels, het aantal dode ratten en de hoeveelheden gevreten aas tot het weer en het tijdstip van verdelging. Daardoor heeft het bedrijf een unieke database over het gedrag van ratten en is het inmiddels in staat op basis van bijvoorbeeld het weer te voorspellen hoe zich de rattenpopulatie ontwikkelt.
Uiteraard was een eenmalige campagne voor de totale verdelging niet voldoende. Terwijl de rattenjagers in het oosten van de stad nog huis aan huis beesten verdelgden, startte in het westen al het zogenaamde onderhoud. Aan de buitengrenzen van de stad, langs de Donau, op treinstations en op riskante plaatsen zoals markten. slachthuizen en voedselverwerkende industrieën werden ‘verdedigingslinies’ opgezet, waar ook vandaag de dag nog permanent grote hoeveelheden vergiftigd aas staan opgesteld om te voorkomen dat ratten van buiten de stad binnendringen of enkelingen zich in een voedselrijke omgeving succesvol vermenigvuldigen.
Die verdedigingslinies, die zo’n 50 tot 200 meter zijn, worden permanent gecontroleerd. Verder wordt ieder deel van de stad één maal in de twee maanden door een rattenbrigade gecontroleerd. Af en toe komen de rattenbridages in actie, omdat een inwoner klaagt. Dan staan de rattenvangers binnen 24 uur voor de deur.
Dat gebeurde in 2004 189 keer, in 2005 iets vaker. ,,Met een milde winter en een natte en lange zomer met overvloedige oogsten was dit voor ratten een goed jaar, zodat meer beesten van buiten de stad binnenkwamen en we wat meer klachten hebben gekregen’’ zegt Szilagyi. Maar met pakweg 200 telefoontjes in 2005 is Boedapest volgens internationale normen nog steeds rattenvrij. ,,Mijn kinderen hebben in hun leven nog nooit een levende rat gezien’’, aldus Szilagyi.
Reacties