EEN GIDS VOOR DE HONGAARSE OPSTAND VAN 1956
De commotie die in Hongarije is ontstaan over het officiële monument ter herdenking van de opstand van 1956 voorspelt weinig goeds. Komende oktober is de opstand 60 jaar geleden, en nu al is duidelijk dat politici, historici en deelnemers van destijds elkaar de komende maanden regelmatig in de haren zullen vliegen.
Toegegeven, fraai is het ontwerp, dat met het openbreken van het asfalt iets van het openbreken van de maatschappij moet symboliseren, misschien niet. Er zijn menselijkere beelden te verzinnen dan een soort muur uit stalen palen. Maar dat is feitelijk niet de kern van het probleem. Waarschijnlijk maakt geen enkel ontwerp namelijk ooit kans om iedereen die zichzelf met 1956 identificeert, tevreden te stellen. Alleen al het feit dat het een socialistische regering is die de opdracht voor het beeld heeft gegeven, maakt dat onmogelijk....
De opstand, of revolutie (zelfs over dat woord zijn betrokkenen het niet eens) is ieder jaar in oktober goed voor problemen. Iedereen heeft er zijn eigen visie op. Dat is niet zo vreemd, want allerlei soorten mensen namen destijds deel aan de opstand: hervormingsgezinde communisten (zoals de toenmalige partijleider Imre Nagy), sociaal-democraten, christenen, nationalisten en gewone meelopers, zelfs bendeleden die hun kans zagen. Ieder had zijn eigen motief en ieder heeft dus ook zijn eigen uitleg over wat er destijds gebeurd is.
Hoe gecompliceerd die verschillende visies te verenigen zijn, merkte de Britse journalist en schrijver Bob Dent. Dent, die al decennia in Boedapest woont, schreef een boek over de opstand. Budapest 1956, Locations of a Drama (Europa Könyvkiadó, ISBN 963 07 8033) is opgezet als een soort gids. Het behandelt de gebeurtenissen niet in chronologische volgorde, maar aan de hand van de plekken waar ze hebben plaatsgevonden.
Dent maakt gebruik van documenten en oogetuigenverslagen. Daarbij heeft hij geprobeerd om de mythes en legendes van de opstand te ontrafelen. ,,Hoe gecompliceerd dat is, blijkt al direct bij de eerste dag, bij de demonstratie op het Bem-plein'', zegt hij.
Er is bijvoorbeeld een ooggetuigeverslag van iemand die vertelt hoe je bij die demonstratie een speld kon horen vallen toen er twaalf politieke eisen werden voorgelezen die studenten van de Technische Universiteit een dag hadden opgesteld. Maar volgens krantenverslagen van die tijd, en andere ooggetuigen, zijn die eisen helemaal nooit opgelezen tijdens die demonstratie.
Nog veel gecompliceerder wordt het bij omstreden kwesties als de bestorming van het gebouw van de Boedapester afdeling van de communistische partij (tegenwoordig het hoofdkantoor van de Hongaarse socialistische regeringspartij). Daarbij zijn diverse mensen in het gebouw doodgeschoten of gelyncht. De menigte verkeerde in de veronderstelling dat onder het gebouw geheime gevangenissen zaten. Die zijn nooit gevonden, maar tot vandaag de dag zijn er mensen die volhouden dat ze er wel waren en ooggetuigenverslagen die verhalen over de kreten om hulp die ze hoorden.
Dent heeft bewust geprobeerd een eigen standpunt te vermijden, en realiseert zich dat hij daarmee vrijwel iedere lezer op één of ander punt in zijn boek ongelukkig zal maken. Dat zal eerder voor Hongaarse lezers gelden dan voor buitenlandse, juist omdat het onderwerp in Hongarije nog zo beladen is.
Zo beladen zelfs, dat een deel van de geschiedenisleraren in Hongarije zich nooit aan het onderwerp waagt. Na de opstand hadden de communisten decennia de tijd om de gebeurtenissen van 1956 zwart te maken en de eerder genoemde lynchpartij had daarbij een belangrijke rol.
Voor veel Hongaren roept '1956' dan ook niet zozeer het beeld van heldhaftigheid op, maar van chaos. En onder degenen die zich wel realiseren wat voor unieke gebeurtenis de opstand was in de geschiedenis van communistisch Europa was, is de verdeeldheid groot. De nagedachtenis van 1956 is de afgelopen jaren regelmatig voor politieke doeleinden geclaimd en misbruikt. En dat zal de komende maanden ongetwijfeld weer gebeuren.
Kentering van een huwelijk
S. Marai
Toegegeven, fraai is het ontwerp, dat met het openbreken van het asfalt iets van het openbreken van de maatschappij moet symboliseren, misschien niet. Er zijn menselijkere beelden te verzinnen dan een soort muur uit stalen palen. Maar dat is feitelijk niet de kern van het probleem. Waarschijnlijk maakt geen enkel ontwerp namelijk ooit kans om iedereen die zichzelf met 1956 identificeert, tevreden te stellen. Alleen al het feit dat het een socialistische regering is die de opdracht voor het beeld heeft gegeven, maakt dat onmogelijk....
De opstand, of revolutie (zelfs over dat woord zijn betrokkenen het niet eens) is ieder jaar in oktober goed voor problemen. Iedereen heeft er zijn eigen visie op. Dat is niet zo vreemd, want allerlei soorten mensen namen destijds deel aan de opstand: hervormingsgezinde communisten (zoals de toenmalige partijleider Imre Nagy), sociaal-democraten, christenen, nationalisten en gewone meelopers, zelfs bendeleden die hun kans zagen. Ieder had zijn eigen motief en ieder heeft dus ook zijn eigen uitleg over wat er destijds gebeurd is.
Hoe gecompliceerd die verschillende visies te verenigen zijn, merkte de Britse journalist en schrijver Bob Dent. Dent, die al decennia in Boedapest woont, schreef een boek over de opstand. Budapest 1956, Locations of a Drama (Europa Könyvkiadó, ISBN 963 07 8033) is opgezet als een soort gids. Het behandelt de gebeurtenissen niet in chronologische volgorde, maar aan de hand van de plekken waar ze hebben plaatsgevonden.
Dent maakt gebruik van documenten en oogetuigenverslagen. Daarbij heeft hij geprobeerd om de mythes en legendes van de opstand te ontrafelen. ,,Hoe gecompliceerd dat is, blijkt al direct bij de eerste dag, bij de demonstratie op het Bem-plein'', zegt hij.
Er is bijvoorbeeld een ooggetuigeverslag van iemand die vertelt hoe je bij die demonstratie een speld kon horen vallen toen er twaalf politieke eisen werden voorgelezen die studenten van de Technische Universiteit een dag hadden opgesteld. Maar volgens krantenverslagen van die tijd, en andere ooggetuigen, zijn die eisen helemaal nooit opgelezen tijdens die demonstratie.
Nog veel gecompliceerder wordt het bij omstreden kwesties als de bestorming van het gebouw van de Boedapester afdeling van de communistische partij (tegenwoordig het hoofdkantoor van de Hongaarse socialistische regeringspartij). Daarbij zijn diverse mensen in het gebouw doodgeschoten of gelyncht. De menigte verkeerde in de veronderstelling dat onder het gebouw geheime gevangenissen zaten. Die zijn nooit gevonden, maar tot vandaag de dag zijn er mensen die volhouden dat ze er wel waren en ooggetuigenverslagen die verhalen over de kreten om hulp die ze hoorden.
Dent heeft bewust geprobeerd een eigen standpunt te vermijden, en realiseert zich dat hij daarmee vrijwel iedere lezer op één of ander punt in zijn boek ongelukkig zal maken. Dat zal eerder voor Hongaarse lezers gelden dan voor buitenlandse, juist omdat het onderwerp in Hongarije nog zo beladen is.
Zo beladen zelfs, dat een deel van de geschiedenisleraren in Hongarije zich nooit aan het onderwerp waagt. Na de opstand hadden de communisten decennia de tijd om de gebeurtenissen van 1956 zwart te maken en de eerder genoemde lynchpartij had daarbij een belangrijke rol.
Voor veel Hongaren roept '1956' dan ook niet zozeer het beeld van heldhaftigheid op, maar van chaos. En onder degenen die zich wel realiseren wat voor unieke gebeurtenis de opstand was in de geschiedenis van communistisch Europa was, is de verdeeldheid groot. De nagedachtenis van 1956 is de afgelopen jaren regelmatig voor politieke doeleinden geclaimd en misbruikt. En dat zal de komende maanden ongetwijfeld weer gebeuren.
Kentering van een huwelijk
S. Marai
Reacties