Posts

Posts uit juli, 2006 tonen

MODERNE TIJDEN

Moe en bezweet komt Veronika néni van het veld vandaan. Ze heeft de hele dag midden in een hittegolf onkruid staan wieden en tomaten, paprika’s en bramen geplukt. Halverwege de zestig is ze, en ze heeft last van haar rug en benen, maar niemand anders doet het voor haar. En alles wat ze doet, moet te voet, of hooguit met de fiets. Een auto hebben zij en haar man niet. Terwijl ze gaat zitten, diept ze met haar hand in haar zak en werpt even een korte blik op het mobieltje dat tevoorschijn komt. ,,Van mijn dochter gekregen’’, zegt ze als ze onze vragende blik ziet. Heel handig, zegt ze en ze legt er meteen bij uit dat je tegenwoordig van die praktische abonnementen hebt, waarbij je als familie tot een bepaald bedrag per maand gratis met elkaar kunt bellen. Een paar dagen geleden was ze in het frambozenveld aan de andere kant van het dorp, en toen bleek er ondanks de hitte nog veel meer aan de struiken te zitten dan ze had verwacht. De vijf kistjes die ze had meegenomen, waren zo vol en ha

THERMAALBAD

Afbeelding
Toen begin jaren negentig de lokale landbouwcoöperatie dichtging, leek Kehida net zo’n lot beschoren als tal van andere kleine dorpen in Hongarije: hoge werkloosheid, leegloop en leegstand. Maar de redding was nabij, onder de grond, waar zich, na IJsland, Europa’s grootste natuurlijke warmwatervoorraad bevindt. Dankzij een steunprogramma van de toenmalige regering bouwde Kehida eind jaren negentig een thermaalbad, dat het aangezicht van het boerendorpje voor altijd heeft veranderd. Als je Kehida’s zusterdorp Kehidakustány binnenrijdt, lijkt dat sprekend op ieder ander slaperig gehucht in Hongarije. Op de erven staan langgesterkte, pleisterde huizen naast zwaar beladen fruitbomen. Achter ieder huis is een tuin met meer fruitbomen. Pas dan springen de bordjes ‘kamers te huur’ in het oog. Vrijwel nergens scharrelt pluimvee op het erf. De traditionele groententuinen, de levensader van ieder Hongaars boerengezin, ontbreken veelal. In Kehida zelf, een kilometer verderop, hebben akkers plaats

MENEER AARDAPPELHOOFD

Ieder volk krijgt de leiders die het verdient, zeggen ze. Dat zegt dan wat over de Polen. Polen eten graag aardappels en ze verbouwen ze op grote schaal. Het land schijnt zelfs een standbeeld voor de aardappel te hebben. En nu hebben ze ook nog eens twee meneertjes aardappelhoofd aan het bewind, als president en als premier. Wat willen ze nog meer? De Kaczynski-tweeling die Polen sinds enkele weken eeneiïg regeert, heeft er alles voor over heeft om zijn reputatie als Meneertjes Aardappelhoofd voor goed te vestigen. Zin voor humor en verdraagzaamheid staan niet hoog in het vaandel van de twee, lange tenen hebben ze daarentegen wel en naar verluid vergeten ze een aangedane belediging niet snel. Dus toen de Duitse regering enkele weken geleden niks ded nadat de Berlijnse tageszeitung (taz) de Poolse president, Lech Kaczynski dus, met het voedzame knolgewas had vergeleken, zei die prompt een overleg met de Duitse premier Andrea Merkel en de Franse president Jacques Chirac af. Toen een week

SMELTENDE KOE NIET GEWENST

Afbeelding
Het lijkt zoiets onschuldigs, de koeienparade die door heel Europa trekt en grote steden opvrolijkt met een stoet aan bonte, vrolijke beelden van koeien. Maar in Boedapest heeft de parade zijn onschuld verloren. Een beeld van een smeltende koe met een enorme ijsstok in haar achterste wist voor een heuse politieke rel weten te zorgen. Het blauwe beest, waarvan de kop is gesmolten en de kont met ijsstok omhoog de lucht insteekt, kreeg een plek pal voor de basiliek in het centrum van Pest. Volgens de organisatoren was het puur onschuldig, maar kerkgangers namen er grote aanstoot aan. Dat de billen precies in de richting van de kerk wezen, kon geen toeval zijn, meenden ze. Hier werd de katholieke kerk bespot. De organisatoren van de koeienparade noemen de beschuldiging totale onzin. De smeltende ijsjeskoe was op het plein gezet, omdat er veel ijsjesetende toeristen komen, zoals vaak geprobeerd wordt voor de koeien een plekje te vinden waar ze een link met hun omgeving hebben. De wereldwijd

VASTGEVROREN

Afbeelding
Mensen bij ons in het dorp hebben twee Hongaarse komodors, enorme witte honden met een vacht van lange dreadlocks. Deze exemplaren hebben een buitengewoon onverzorgde vacht. Ze lopen altijd luid blaffend mee als je langs hun hek loopt en stinken een uur in de wind. Het ras schijnt ooit met de eerste Hongaren mee uit Azië te zijn gekomen. Vroeger deden ze vooral als herdershonden dienst, tegenwoordig als waakhonden. Dat betekent dat ze, net als veel andere Hongaarse honden, buiten leven. Maar in tegenstelling tot sommige pieterige vuilnisbakkemodelletjes die je soms aan een ketting manmoedig het erf ziet bewaken, is de komodor een hond die buiten moet leven. Sterker nog, die binnen vreselijk ongelukkig wordt. Hij heeft het voor de kachel simpelweg te warm. Een komodor heeft het snel te warm, leert de ervaring van een Hongaars-Belgisch echtpaar dat aan de Tisza een pension heeft. Ze kregen op goed moment toch wat medelijden met hun komodor die zomer en winter trouwhartig in de veranda vo

TEVEEL VAN HET GOEDE

Afbeelding
Iedere zondag leunt de buurvrouw in het dorp over ons tuinhek, met een schaaltje met gebak. Bakken doet ze op zaterdag, en als wij er zijn wordt er automatisch wat voor ons meegebakken. Hoewel, ze bakt altijd wat teveel, want je moet immers rekening houden met gasten. Ook krijgen we regelmatig eieren, verse doperwtjes, bramen of frambozen toestopt Een beetje ongemakkelijk voel ik me er altijd wel bij, want ik kan zelden wat teruggeven. Ik bak niet iedere week, en als ik kook, pleeg ik zelden iets over te houden. Ik heb een bescheiden groentetuin, niet erop afgestemd dat ik ook nog aan Jan en Alleman moet uitdelen. Maar goed, als ik op reis ga, neem ik altijd een kadootje voor haar mee, ik geef haar af en toe een pak Nederlandse speculaas en bovendien betaal ik haar ook nog om toezicht te houden op ons huis, en niet zo slecht ook. Dus zit ik er niet echt mee. Dat soort goedgeefsheid hoort er bij, in het dorp. Als je ergens binnenstapt, is de kans groot dat je met een schaal met iets in

ALS DE TAXI GOEDKOPER IS DAN DE TREIN

Afbeelding
De Hongaarse minister van transport János Kóka wil 28 spoorlijnen (in het totaal 942 kilometer, twaalf procent van het totale net) gaan sluiten als bezuinigingsmaatregel bij de zwaar verlieslijdende Hongaarse spoorwegen. Dat klinkt drastisch en de oppositie spreekt er (uiteraard) schande van. Volgens Fidesz dreigen dorpen daarmee verder in het isolement raken. Maar de werkelijkheid is minder dramatisch. Toen Kóka zijn plannen aankondigde, had ik eigenlijk verwacht dat het lijntje naar ons buurdorp er wel bij zou zijn, maar die interpici, zoals de Hongaren die boemeltreintjes liefdevol noemen, blijft gewoon doorboemelen, hoewel de treinen bij de paar reizen die ik ermee heb gemaakt, bepaald niet vol zaten. De lijnen die dichtgaan, zijn echter nóg onrendabeler dan onze eigen interpici. Hoewel het om twaalf procent van het spoornet gaat, raakt de maatregelen nog niet één procent van alle passagiers. Sommige van de betrokken treinen vervoeren per rit niet meer dan drie of vier mensen. De l

GROOT VUIL

Afbeelding
De groot vuil ophaaldienst is langs geweest. Eén keer per jaar kun je in Boedapest je oude troep kwijt. Een maand van tevoren krijg je het schema in de bus wanneer ze komen, en twee, drie dagen voor de grote dag verschijnen overal in de straat grote hopen. Veel kartonnen dozen, veel piepschuim en daar tussen alles wat zich in de loop van het jaar aan kapotte meubels, oude manden, stukke tv's en gebroken kinderspeelgoed heeft opgehoopt in huis. Het lijkt een ordeloze stapel rotzooi, maar voor een hele groep mensen is dit jaarlijkse vuilnisspektakel de kern van hun bestaan. Iedere dag is er wel ergens in deze miljoenenstad groot vuil dag, en een heel leger mensen trekt van wijk tot wijk om de hopen te doorzoeken. Dat gaat via een stricte pikorde. Eerst komen de autootjes met laadbakken, die oude tv's, electrische machines en oude metalen inladen. Daarna komen mensen die zich over krakkemikkige stoelen en meubels ontfermen. Zij worden weer gevolgd door een groep mensen die zelfs i

KLEINE DEUREN

Afbeelding
In een Hongaarse bus heb je vaak twee opties om te betalen: je koopt een officieel kaartje of je betaalt de chauffeur de halve prijs, waarvan de vervoersmaatschappij geen cent ziet en hij de verbeteringen aan zijn huis kan financieren. De meeste mensen kiezen, het ligt voor de hand, voor optie twee. De risico's zijn minimaal, zeker sinds de uitvinding van de mobiele telefoon. Busmaatschappijen hebben wel controleurs, maar de chauffeurs houden elkaar ervan op de hoogte waar die controleurs precies zijn. Indien nodig, krijgen de passagiers alsnog een geldig kaartje. Het is deze mentaliteit, die de Hongaarse premier Gyurcsány wil uitroeien. In een gesprek met buitenlandse journalisten verklaarde Gyurcsány deze week de Hongaarse mentaliteit uit eeuwen van overheersing, eerst door de Turken, toen door de Oostenrijkers, daarna door de Russen. De staat tegenwerken, regels ontduiken, geen belasting betalen, het was allemaal eerder nastrevenswaardig dan verwerpelijk, want het getuigde van p