EEN VOETNOOT IN DE GESCHIEDENISLES
Ergens aan het eind van de zesde klas, in de laatste week van Sandor Szecsi’s middelbare schooltijd, begon zijn geschiedenisleraar plotseling over de Hongaarse opstand van 1956. De eerste examens waren al aan de gang en de leerlingen hadden wel iets anders aan hun hoofd. Hij had het net zo goed kunnen laten. ,,En zo ging het niet alleen bij mij op school. Datzelfde heb ik van anderen gehoord’’, zegt de 23-jarige student Nederlands. Medestudenten Krisztina Fekete en István Lajos Pardi knikken. Ze zaten op andere middelbare scholen, maar hun ervaring is dezelfde: de Hongaarse opstand van 1956 was niet meer dan een voetnoot in hun geschiedenisles. Het is over het algemeen het laatste onderwerp dat wordt behandeld, en op sommige scholen komt het zelfs helemaal niet aan de orde. Niet dat 1956 helemaal geen rol speelde in hun schoolleven. Op alle Hongaarse middelbare scholen wordt de opstand jaarlijks verplicht herdacht. Bij Krisztina op school was dat een vrij serieuze zaak. ,,We gingen dan