ROEMEENSE METROBESTUURDER WELKOM IN HONGARIJE
Als enige van de landen die in 2004 EU-lid werden, wil Hongarije de toelating van werknemers uit Roemenië en Bulgarije beperken, als die twee landen op 1 januari tot de Europese Unie toetreden. Het is wat ironisch, gezien de Hongaarse protesten toen sommige EU-landen drie jaar geleden weigerden de grenzen te openen voor werknemers uit de nieuwe lidstaten.
Jaarlijks krijgen nu al zo’n 40000 Roemenen in Hongarije een werkvergunning en ze zijn daarmee verreweg de grootste groep buitenlanders in het land. Vrijwel alle Roemenen in Hongarije komen uit Transsylvanië en spreken Hongaars. Maar Csaba Berecki, die begin jaren negentig vanuit Transsylvanië naar Hongarije verhuisde, verwacht niet dat hun aantal na 1 januari sterk zal groeien.....
,,De meeste Roemenen gaan tegenwoordig naar Spanje of Italië. De taal daar lijkt op Roemeens, dus voelen ze zich daar snel thuis. Jonge Hongaren uit Roemenië spreken allemaal Roemeens. Voor hen is Spanje of Italië veel interessanter dan Hongarije, want de salarissen liggen daar een stuk hoger. Jongeren uit mijn geboortedorp gaan echt niet meer naar Hongarije.’’
Begin jaren negentig, toen Berecki zelf naar Hongarije kwam, was het voor Roemenen heel moeilijk om binnen in de EU aan de slag te komen. Hongarije was – zeker voor Hongaarstalige Roemenen – een soort beloofde land.
Berecki, die jarenlang net aan de andere kant van de grens leefde, herinnert zich hoe hij als jongen Hongaarse tv zag. Beide landen waren communistisch, maar terwijl Roemeense tv vooral propaganda bood, had Hongarije echte tv-programma’s. Twee keer per jaar kon zijn familie de grens over om boodschappen te doen, en het aanbod in de Hongaarse supermarkt was enorm vergeleken met de lege schappen thuis.
Na zijn militaire dienst besloot hij zijn geluk in Hongarije te beproeven, de eerste jaren illegaal, later legaal. Zoals veel Roemenen die destijds naar Hongarije gingen, vond hij een baan in de bouw. Uiteindelijk begon hij zijn eigen bouwbedrijf. Hij trouwde, met een vrouw uit Roemenië, die eigenlijk helemaal niet in Hongarije wilde wonen. ,,Ze had hier een tijdje gewerkt en had zulke slechte ervaringen dat ze zich had voorgenomen nooit meer naar Hongarije te gaan’’, herinnert hij zich.
Illegale Roemenen waren in die tijd een heel normaal verschijnsel in Hongarije. op sommige plekken in Boedapest stonden iedere ochtend tientallen werkzoekenden hoopvol te wachten op een klusje. Nog steeds werken er veel Roemenen in de bouw. Berecki had in het verleden ook Roemeense familie in dienst, maar dat werd hem te omslachtig. ,,Verblijfsvergunningen, onderdak, dat soort zaken maken Roemeense werknemers duur. Jammer genoeg, want ze werken wel goed’’, zegt hij.
De Hongaarse regering vreest vooral dat Roemenen Hongarije als een springplank zullen gebruiken naar andere EU-landen – zoals Nederland – die de toevloed van Roemenen en Bulgaren de komende twee jaar ook willen beperken.
Aan de andere kant kampt Hongarije, net als Nederland, in sommige sectoren met een tekort aan werknemers. In bijvoorbeeld de gezondheidszorg, maar ook in de landbouw wordt het steeds moeilijker om mensen te vinden.Datzelfde geldt voor landen als Polen en Tsjechië, waar landbouwbedrijven tegenwoordig Oekraïners in dienst nemen, omdat in eigen land geen mensen te vinden zijn die dat werk nog willen doen. Polen en Tsjechië hebben daarom hun arbeidsmarkt volledig opengegooid voor de nieuwe toetreders.
Hongarije heeft het probleem opgelost met een uitvoerige lijst met vrij toegankelijke banen, zo'n 140 stuks. Die variëren van hooggeschoolde werk als artsen en IT-deskundigen tot mijnwerkers. Ook Roemeense kappers en metrobestuurders zijn vanaf 1 januari van harte welkom, en dat terwijl de nieuwe metrolijn in Boedapest volautomatisch moet worden.
Berecki noemt de Hongaarse vrees onzin en ziet zelfs een omgekeerde beweging: ,,De economische ontwikkeling van Roemenië gaat zo snel, dat heel wat Hongaarse bedrijven na de Roemeense aansluiting aan de andere kant van de grens aan de slag willen. Voor goedgeschoolde Roemenen wordt het steeds makkelijker om thuis een aantrekkelijke baan te vinden. En wie ongeschoold werk doet, gaat liever in Spanje appels plukken.’’
Jaarlijks krijgen nu al zo’n 40000 Roemenen in Hongarije een werkvergunning en ze zijn daarmee verreweg de grootste groep buitenlanders in het land. Vrijwel alle Roemenen in Hongarije komen uit Transsylvanië en spreken Hongaars. Maar Csaba Berecki, die begin jaren negentig vanuit Transsylvanië naar Hongarije verhuisde, verwacht niet dat hun aantal na 1 januari sterk zal groeien.....
,,De meeste Roemenen gaan tegenwoordig naar Spanje of Italië. De taal daar lijkt op Roemeens, dus voelen ze zich daar snel thuis. Jonge Hongaren uit Roemenië spreken allemaal Roemeens. Voor hen is Spanje of Italië veel interessanter dan Hongarije, want de salarissen liggen daar een stuk hoger. Jongeren uit mijn geboortedorp gaan echt niet meer naar Hongarije.’’
Begin jaren negentig, toen Berecki zelf naar Hongarije kwam, was het voor Roemenen heel moeilijk om binnen in de EU aan de slag te komen. Hongarije was – zeker voor Hongaarstalige Roemenen – een soort beloofde land.
Berecki, die jarenlang net aan de andere kant van de grens leefde, herinnert zich hoe hij als jongen Hongaarse tv zag. Beide landen waren communistisch, maar terwijl Roemeense tv vooral propaganda bood, had Hongarije echte tv-programma’s. Twee keer per jaar kon zijn familie de grens over om boodschappen te doen, en het aanbod in de Hongaarse supermarkt was enorm vergeleken met de lege schappen thuis.
Na zijn militaire dienst besloot hij zijn geluk in Hongarije te beproeven, de eerste jaren illegaal, later legaal. Zoals veel Roemenen die destijds naar Hongarije gingen, vond hij een baan in de bouw. Uiteindelijk begon hij zijn eigen bouwbedrijf. Hij trouwde, met een vrouw uit Roemenië, die eigenlijk helemaal niet in Hongarije wilde wonen. ,,Ze had hier een tijdje gewerkt en had zulke slechte ervaringen dat ze zich had voorgenomen nooit meer naar Hongarije te gaan’’, herinnert hij zich.
Illegale Roemenen waren in die tijd een heel normaal verschijnsel in Hongarije. op sommige plekken in Boedapest stonden iedere ochtend tientallen werkzoekenden hoopvol te wachten op een klusje. Nog steeds werken er veel Roemenen in de bouw. Berecki had in het verleden ook Roemeense familie in dienst, maar dat werd hem te omslachtig. ,,Verblijfsvergunningen, onderdak, dat soort zaken maken Roemeense werknemers duur. Jammer genoeg, want ze werken wel goed’’, zegt hij.
De Hongaarse regering vreest vooral dat Roemenen Hongarije als een springplank zullen gebruiken naar andere EU-landen – zoals Nederland – die de toevloed van Roemenen en Bulgaren de komende twee jaar ook willen beperken.
Aan de andere kant kampt Hongarije, net als Nederland, in sommige sectoren met een tekort aan werknemers. In bijvoorbeeld de gezondheidszorg, maar ook in de landbouw wordt het steeds moeilijker om mensen te vinden.Datzelfde geldt voor landen als Polen en Tsjechië, waar landbouwbedrijven tegenwoordig Oekraïners in dienst nemen, omdat in eigen land geen mensen te vinden zijn die dat werk nog willen doen. Polen en Tsjechië hebben daarom hun arbeidsmarkt volledig opengegooid voor de nieuwe toetreders.
Hongarije heeft het probleem opgelost met een uitvoerige lijst met vrij toegankelijke banen, zo'n 140 stuks. Die variëren van hooggeschoolde werk als artsen en IT-deskundigen tot mijnwerkers. Ook Roemeense kappers en metrobestuurders zijn vanaf 1 januari van harte welkom, en dat terwijl de nieuwe metrolijn in Boedapest volautomatisch moet worden.
Berecki noemt de Hongaarse vrees onzin en ziet zelfs een omgekeerde beweging: ,,De economische ontwikkeling van Roemenië gaat zo snel, dat heel wat Hongaarse bedrijven na de Roemeense aansluiting aan de andere kant van de grens aan de slag willen. Voor goedgeschoolde Roemenen wordt het steeds makkelijker om thuis een aantrekkelijke baan te vinden. En wie ongeschoold werk doet, gaat liever in Spanje appels plukken.’’
Reacties