SMAAK
Op hoge naaldhakken, met schoenen met zo'n eindeloos lange punt, trippelde de vrouw ons huis binnen. Ik zag haar misprijzende blik op het pad in onze voortuin, gemaakt van bemoste bakstenen. Eigenlijk kon ik haar bij de deur al vertellen dat het de moeite niet loonde verder rond te kijken. Ze zou de simpele houten vloer, het turquoise houtwerk en de keuken met zijn houten aanrechtblad niets vinden. Wat zij wou, waren zuiltjes, glimmende goudkleurige deurknoppen en marmer op de vloer. Dat die zuiltjes van geplamuurd piepschuim zijn, het goud slechts namaak en ook het marmer niet echt, deert dan niet. Haar inkomen was niet hoog genoeg om zich een van de luxe nouveau riche paleizen in de buurt te kunnen veroorloven, maar wel om rond te kijken in het twaalfde district. Wat ze zoekt, was op zijn minst een aftreksel van die nouveau riche droom. Dat geldt niet alleen voor haar. Het geldt voor alle Hongaarse kopers die zich in de afgelopen weken bij ons hebben gemeld om ons huis te bezicht