STAKINGEN
Het personeel van de Hongaarse Spoorwegen staakt vandaag. Tegen de nieuwe ziektenkostenverzekering en tegen de hervormingen in de gezondheidszorg. Althans, dat is de officiële reden, maar het is geen toeval dat juist bij een bedrijf als de MÁV wordt gestaakt. MÁV zelf staat ook voor enorme hervormingen, als het tenminste aan MÁV-directeur Istvan Heitczinger ligt. En alles wat naar hervormingen riekt, valt bij het MÁV-personeel slecht.
Er is sinds 1990 bar weinig veranderd bij de Hongaarse Spoorwegen. Treinen zijn verouderd en ogen vies, ze rijden vaak niet op tijd en hebben zon hoge instap dat je er als bejaarde niet of nauwelijks inkomt. Als je een station binnenrijdt, moet je als een havik opletten om het bordje te zien waar de stationsnaam op vermeld wordt. Op grote delen van het spoor kruipt de trein voort, hetzij, omdat het door de verouderde rails niet mogelijk is om sneller te rijden of omdat het seinensysteem verouderd is. Kaartjes kopen is een tergend trage bezigheid.
De afgelopen zeventien jaar heeft de MÁV dertien (!) directeuren versleten die geprobeerd hebben om iets aan de problemen te doen. Op deelterreinen zijn er wat successen geboekt, maar het totale beeld van de MÁv blijft dat van een bedrijf waar niets verandert.
Heitczinger ziet daar twee duidelijke redenen voor. Ten eerste is de post van MÁV-directeur een politieke benoeming. Zodra er een andere regering komt, komt er een andere directeur. En als een directeur de minister niet kan beloven dat er binnen één of twee jaar mooie dingen gebeuren bij de MÁV, zodat die er publicitair mooie sier mee kan maken, vliegt hij er weer uit.
En dan is er het personeel van MÁV zelf. Dat, zegt Heitczinger, is de hoofdreden waarom moderniseringen geen kans van slagen hebben. Op alle niveaus worden vernieuwingen tegengewerkt, in de wetenschap dat het slechts een kwestie van afwachten is tot een directeur wordt afgevoerd en zijn opvolger zijn tanden op de MÁV stuk mag bijten.
Het MÁV-personeel beschouwt de klant, de passagier, als een lastige factor, is zijn ervaring. "Een tijd geleden kwam het hoofd klantenservice naar mij toe en kankerde: 'wat wil die passagier nou van me?' Ik heb hem geantwoord dat die passagier gewoon wil waar hij recht op heeft, service en een fatsoenlijke behandeling. Zo iemand hoort natuurlijk gewoon niet op die positie," aldus Heitczinger.
Het MÁV-personeel vindt het volgens hem vanzelfsprekend dat de regering jaar na jaar na jaar het gat in de begroting dicht, maar verder dan dat komt het normaal niet. Minister van economische zaken János Kóka heeft in 2007 echter 1,2 miljard euro uitgetrokken voor de modernisering van het bedrijf. "Dat is meer geld dan de MÁV ooit heeft gehad en meer geld dan het kabinet bespaart met de totale bezuiningen op de gezondheidszorg, onderwijs en pensioenen," zegt Heitczinger.
De regering ziet volgens hem duidelijk dat het nu of nooit is voor het bedrijf: "Als we dit geld niet goed gebruiken, heb je grote kans dat over een aantal jaren de hele MÁV simpelweg dicht moet, omdat de financiering van het bedrijf onbetaalbaar is geworden, zonder dat er ook maar iets is veranderd."
Heitczinger ontkent niet dat sommige veranderingen onplezierig kunnen uitpakken voor het personeel, maar dat is onvermijdelijk. "We moeten onze kosten verlagen en onze inkomsten verhogen." Dat betekent bezuinigingen, en dus het verlies van onnodige functies. Zo zijn er constant twaalf man bezig met de bediening van het uit 1907 stammende handmatige wisselsysteem bij het Nyugatistation in Boedapest. Bepaalde diensten, zoals het schoonmaken van stations en treinen, zullen in toekomst worden uitbesteed aan schoonmaakbedrijven.
Als het om inkomsten verhogen gaat, ziet Heitczinger goede mogelijkheden. Zonder de kaartjes duurder te maken, is er zo twintig procent te verdienen met het aanpakken van zwartrijders, zegt hij. Hij wil de stations gaan voorzien van een electronisch controlesysteem dat passagiers zowel bij vertrek als bij aankomst controleert. Wie verder is gereden dan zijn kaartje toelaat, moet dan alsnog dokken.
Maar het eerste streven is toch wel, dat passagiers het gevoel moeten krijgen dat er iets verandert bij de MÁV. Goede informatie op de stations ziet hij als een eerste doel. Zodat mensen in toekomst weten waar ze zijn, waar ze heenrijden en wanneer ze uit moeten stappen.
Of hij het voor elkaar krijgt? Heitczinger haalt zijn schouders op. De kans dat hij over twee jaar naar een andere baan kan omkijken, is enorm, dat weet hij. Als het personeel de hervormingen tot dan weet tegen te houden, kunnen de passagiers waarschijnlijk nog jaren wachten tot er iets simpels als een goed informatiesysteem op de stations komt. "Mijn enige hoop is dat ik de oppositie ook achter me weet te krijgen, doordat ik hen duidelijk weet te maken dat het hun eigen kiezers zijn die de dupe zijn van de huidige situatie."
Er is sinds 1990 bar weinig veranderd bij de Hongaarse Spoorwegen. Treinen zijn verouderd en ogen vies, ze rijden vaak niet op tijd en hebben zon hoge instap dat je er als bejaarde niet of nauwelijks inkomt. Als je een station binnenrijdt, moet je als een havik opletten om het bordje te zien waar de stationsnaam op vermeld wordt. Op grote delen van het spoor kruipt de trein voort, hetzij, omdat het door de verouderde rails niet mogelijk is om sneller te rijden of omdat het seinensysteem verouderd is. Kaartjes kopen is een tergend trage bezigheid.
De afgelopen zeventien jaar heeft de MÁV dertien (!) directeuren versleten die geprobeerd hebben om iets aan de problemen te doen. Op deelterreinen zijn er wat successen geboekt, maar het totale beeld van de MÁv blijft dat van een bedrijf waar niets verandert.
Heitczinger ziet daar twee duidelijke redenen voor. Ten eerste is de post van MÁV-directeur een politieke benoeming. Zodra er een andere regering komt, komt er een andere directeur. En als een directeur de minister niet kan beloven dat er binnen één of twee jaar mooie dingen gebeuren bij de MÁV, zodat die er publicitair mooie sier mee kan maken, vliegt hij er weer uit.
En dan is er het personeel van MÁV zelf. Dat, zegt Heitczinger, is de hoofdreden waarom moderniseringen geen kans van slagen hebben. Op alle niveaus worden vernieuwingen tegengewerkt, in de wetenschap dat het slechts een kwestie van afwachten is tot een directeur wordt afgevoerd en zijn opvolger zijn tanden op de MÁV stuk mag bijten.
Het MÁV-personeel beschouwt de klant, de passagier, als een lastige factor, is zijn ervaring. "Een tijd geleden kwam het hoofd klantenservice naar mij toe en kankerde: 'wat wil die passagier nou van me?' Ik heb hem geantwoord dat die passagier gewoon wil waar hij recht op heeft, service en een fatsoenlijke behandeling. Zo iemand hoort natuurlijk gewoon niet op die positie," aldus Heitczinger.
Het MÁV-personeel vindt het volgens hem vanzelfsprekend dat de regering jaar na jaar na jaar het gat in de begroting dicht, maar verder dan dat komt het normaal niet. Minister van economische zaken János Kóka heeft in 2007 echter 1,2 miljard euro uitgetrokken voor de modernisering van het bedrijf. "Dat is meer geld dan de MÁV ooit heeft gehad en meer geld dan het kabinet bespaart met de totale bezuiningen op de gezondheidszorg, onderwijs en pensioenen," zegt Heitczinger.
De regering ziet volgens hem duidelijk dat het nu of nooit is voor het bedrijf: "Als we dit geld niet goed gebruiken, heb je grote kans dat over een aantal jaren de hele MÁV simpelweg dicht moet, omdat de financiering van het bedrijf onbetaalbaar is geworden, zonder dat er ook maar iets is veranderd."
Heitczinger ontkent niet dat sommige veranderingen onplezierig kunnen uitpakken voor het personeel, maar dat is onvermijdelijk. "We moeten onze kosten verlagen en onze inkomsten verhogen." Dat betekent bezuinigingen, en dus het verlies van onnodige functies. Zo zijn er constant twaalf man bezig met de bediening van het uit 1907 stammende handmatige wisselsysteem bij het Nyugatistation in Boedapest. Bepaalde diensten, zoals het schoonmaken van stations en treinen, zullen in toekomst worden uitbesteed aan schoonmaakbedrijven.
Als het om inkomsten verhogen gaat, ziet Heitczinger goede mogelijkheden. Zonder de kaartjes duurder te maken, is er zo twintig procent te verdienen met het aanpakken van zwartrijders, zegt hij. Hij wil de stations gaan voorzien van een electronisch controlesysteem dat passagiers zowel bij vertrek als bij aankomst controleert. Wie verder is gereden dan zijn kaartje toelaat, moet dan alsnog dokken.
Maar het eerste streven is toch wel, dat passagiers het gevoel moeten krijgen dat er iets verandert bij de MÁV. Goede informatie op de stations ziet hij als een eerste doel. Zodat mensen in toekomst weten waar ze zijn, waar ze heenrijden en wanneer ze uit moeten stappen.
Of hij het voor elkaar krijgt? Heitczinger haalt zijn schouders op. De kans dat hij over twee jaar naar een andere baan kan omkijken, is enorm, dat weet hij. Als het personeel de hervormingen tot dan weet tegen te houden, kunnen de passagiers waarschijnlijk nog jaren wachten tot er iets simpels als een goed informatiesysteem op de stations komt. "Mijn enige hoop is dat ik de oppositie ook achter me weet te krijgen, doordat ik hen duidelijk weet te maken dat het hun eigen kiezers zijn die de dupe zijn van de huidige situatie."
Reacties