OLIE OP HET VUUR
Door Runa Hellinga
Boedapest - De moord op een handbalspeler in Veszprém heeft in Hongarije tot grote beroering geleid. De Roemeen Marian Cozma werd afgelopen weekend in een kroeg doodgestoken, twee van zijn teamgenoten belandden in het ziekenhuis. De daders waren leden van een bende, maar wat de Hongaarse pers er vooral uitlichtte, was dat het om zigeuners ging. Dat feit was olie op het vuur in een land waar het racisme tegen Roma het laatste jaar snel toeneemt.
Zo'n 70 procent van de Hongaren komt er openlijk voor uit dat ze weinig ophebben met de half miljoen Roma in hun land. Vooroordelen waren er altijd al, maar het racisme is veel zichtbaarder geworden sinds de oprichting van de extreemrechtse Jobbik (Rechtsen) en de daaraan verwante Magyar Gárdá, de Hongaarse Garde.
De garde marcheert regelmatig met veel vertoon door zigeunerstraten uit protest tegen de 'enorme toename van de zigeunermisdaad'. Iedere gelegenheid wordt aangegrepen. Toen enkele maanden geleden een 14-jarig meisje werd vermoord, werd er gedemonstreerd tegen zigeunercriminaliteit zonder dat de daders bekend waren.
Hongarije houdt geen statistieken bij van de etnische achtergrond van criminelen, maar de algemene misdaadstatistieken ondersteunen de extreemrechtse bewering niet. De misdaad is de laatste jaren gedaald, niet gestegen. In 1999 werd ruim een half miljoen aangiftes gedaan, in 2008 400.000. Het aantal moorden daalde van 514 in 1999 naar 157 in 2007.
Maar er zijn grote regionale verschillen. In armere delen van het land, waar ook de meeste arme Roma wonen, is de kleine criminaliteit in sommige dorpen hoog. Dat kan variëren van inbraken tot een leeggeplukt veld frambozen. De financiële schade is vaak klein, maar als je een heel jaar hebt gewied en geschoffeld, is het zuur als iemand anders je oogst pikt. Bovendien zijn de slachtoffers vaak ook arm. ,,Als je dat soort problemen negeert, speel je extreem rechts in de kaart,’’ zegt Péter Krekó van het politieke onderzoeksinstituut Political Capital.
Het steunt veel Hongaren ook in hun overtuiging dat het met de misdaad de laatste twee jaar volledig uit de hand is gelopen. Daar heeft een aantal incidenten toe bijgedragen, zoals de dood van een onderwijzer, die in een zigeunerwijk gelyncht werd, omdat omstanders (ten onrechte) dachten dat hij een kind had doodgereden. Maar het idee dat de misdaad onder Roma enorm toegenomen, komt vooral door de media, zegt Krekó. ,,Sinds de oprichting van de Magyar Gárdá besteden kranten veel meer aandacht aan 'zigeunermisdaad'.'' Alleen al de verslaggeving van de marsen van de Garde zijn voldoende om het beeld te bevestigen.
De moord op Cozma volgde kort op de rel over het ontslag van Albert Pásztor, politiecommissaris van Miskolc, een stad in het arme noordoosten van Hongarije. Hij raakte zijn baan kwijt na een opmerking dat het overgrote deel van de misdaden in Miskolc door zigeuners werd gepleegd. Het werd volgens hem tijd om het beestje bij de naam te noemen, omdat er anders geen oplossing kwam. Zijn ontslag leidde tot nationaal protest en werd prompt teruggedraaid. Miskolc kreeg bovendien enkele tientallen extra agenten op straat. Binnen luttele dagen daalde de criminaliteit met 90 procent.
Behalve steun van extreemrechts kreeg Pásztor hulp uit onverwachte hoek. Een regionale Romaleider was diep verontwaardigd over het ontslag. ,,Ik sta pal naast Pásztor. Wat had hij anders moeten zeggen als van de 200 mensen die hij insluit, 200 zigeuners zijn?" aldus Attila Lakatos, overigens tot woede van andere Romaleiders.
Sinds Cozma's dood spreekt de grootste oppositiepartij Fidesz openlijk over 'stijgende criminaliteit van zigeuners'. De partij eist meer politie, snellere processen, hogere straffen en overigens ook meer banen voor Roma. Het is een duidelijke poging om de toch al impopulaire socialistische minderheidsregering verder in diskrediet te brengen. Maar Orbán wil met zijn uitspraken ook kiezers wegtrekken bij de Jobbik, die onlangs bij een tussentijdse verkiezing in een deelgemeente in Boedapest acht procent haalden en bij de volgende verkiezingen de grote stembusverrassing dreigen te worden.
Maar zulke taal is nieuw in de gevestigde politiek. Ondanks het racisme in de samenleving maakten parlementaire partijen zich daar tot nu toe niet schuldig aan. Politici, zowel van rechts als van links, benaderden de kwestie altijd vanuit de achtergestelde positie van de Roma en benadrukten de noodzaak van onderwijs en banen. Hongarije heeft de afgelopen achttien jaar honderden miljoenen euro's gestoken in projecten om de achterstand van Roma aan te pakken.
Prima op zich, zegt Krekó. Maar die houding ging volgens hem gepaard met een doorgeschoten politieke correctheid. ,,Er is bijvoorbeeld nooit gepraat over de vraag of al dat geld daadwerkelijk terecht kwam bij diegenen die het echt nodig hadden en of het niet bleef hangen bij mensen die zich opwierpen als vertegenwoordigers van de Romagemeenschap."
En er zijn ook andere problemen waar nooit over werd gepraat, zegt hij. Dat de meeste Romakinderen niet meer dan lagere school hebben en tien procent dat niet eens haalt, komt deels door het onderwijsstelsel, maar zeker niet alleen. In bepaalde Romagroepen is grote weerstand tegen school. Ouders vinden onderwijs onzin, omdat je daar in 'het echte leven' niets aan hebt.
,,Onder de Fideszregering tussen 1998 en 2002 kregen mensen alleen bijstand als ze konden aantonen dat hun kinderen naar school gingen. Dat is uit politieke correctheid afgeschaft, maar het werkte wel en het zou volgens mij ook weer moeten worden ingevoerd. Ik zou er ook voor zijn als sociale steun voor een deel niet als geld wordt uitgekeerd, maar in de vorm van maaltijden voor kinderen op school,” zegt Krekó.
Hij vreest de radicalisering aan beide zijden. In Romagemeenschappen heerst een begrijpelijke angst voor de Hongaarse Garde. Na de moord op Cozma werd gevreesd voor wraakacties in het dorp waar een van de daders vandaan kwam. Steeds vaker praten Roma vaker over de oprichting van zelfverdedigingsgroepen, zoals in Bulgarije ook is gebeurd. Als gevolg daarvan is vinden daar tegenwoordig regelmatig gewelddadige confrontaties plaats tussen extreemrechts en Roma.
Boedapest - De moord op een handbalspeler in Veszprém heeft in Hongarije tot grote beroering geleid. De Roemeen Marian Cozma werd afgelopen weekend in een kroeg doodgestoken, twee van zijn teamgenoten belandden in het ziekenhuis. De daders waren leden van een bende, maar wat de Hongaarse pers er vooral uitlichtte, was dat het om zigeuners ging. Dat feit was olie op het vuur in een land waar het racisme tegen Roma het laatste jaar snel toeneemt.
Zo'n 70 procent van de Hongaren komt er openlijk voor uit dat ze weinig ophebben met de half miljoen Roma in hun land. Vooroordelen waren er altijd al, maar het racisme is veel zichtbaarder geworden sinds de oprichting van de extreemrechtse Jobbik (Rechtsen) en de daaraan verwante Magyar Gárdá, de Hongaarse Garde.
De garde marcheert regelmatig met veel vertoon door zigeunerstraten uit protest tegen de 'enorme toename van de zigeunermisdaad'. Iedere gelegenheid wordt aangegrepen. Toen enkele maanden geleden een 14-jarig meisje werd vermoord, werd er gedemonstreerd tegen zigeunercriminaliteit zonder dat de daders bekend waren.
Hongarije houdt geen statistieken bij van de etnische achtergrond van criminelen, maar de algemene misdaadstatistieken ondersteunen de extreemrechtse bewering niet. De misdaad is de laatste jaren gedaald, niet gestegen. In 1999 werd ruim een half miljoen aangiftes gedaan, in 2008 400.000. Het aantal moorden daalde van 514 in 1999 naar 157 in 2007.
Maar er zijn grote regionale verschillen. In armere delen van het land, waar ook de meeste arme Roma wonen, is de kleine criminaliteit in sommige dorpen hoog. Dat kan variëren van inbraken tot een leeggeplukt veld frambozen. De financiële schade is vaak klein, maar als je een heel jaar hebt gewied en geschoffeld, is het zuur als iemand anders je oogst pikt. Bovendien zijn de slachtoffers vaak ook arm. ,,Als je dat soort problemen negeert, speel je extreem rechts in de kaart,’’ zegt Péter Krekó van het politieke onderzoeksinstituut Political Capital.
Het steunt veel Hongaren ook in hun overtuiging dat het met de misdaad de laatste twee jaar volledig uit de hand is gelopen. Daar heeft een aantal incidenten toe bijgedragen, zoals de dood van een onderwijzer, die in een zigeunerwijk gelyncht werd, omdat omstanders (ten onrechte) dachten dat hij een kind had doodgereden. Maar het idee dat de misdaad onder Roma enorm toegenomen, komt vooral door de media, zegt Krekó. ,,Sinds de oprichting van de Magyar Gárdá besteden kranten veel meer aandacht aan 'zigeunermisdaad'.'' Alleen al de verslaggeving van de marsen van de Garde zijn voldoende om het beeld te bevestigen.
De moord op Cozma volgde kort op de rel over het ontslag van Albert Pásztor, politiecommissaris van Miskolc, een stad in het arme noordoosten van Hongarije. Hij raakte zijn baan kwijt na een opmerking dat het overgrote deel van de misdaden in Miskolc door zigeuners werd gepleegd. Het werd volgens hem tijd om het beestje bij de naam te noemen, omdat er anders geen oplossing kwam. Zijn ontslag leidde tot nationaal protest en werd prompt teruggedraaid. Miskolc kreeg bovendien enkele tientallen extra agenten op straat. Binnen luttele dagen daalde de criminaliteit met 90 procent.
Behalve steun van extreemrechts kreeg Pásztor hulp uit onverwachte hoek. Een regionale Romaleider was diep verontwaardigd over het ontslag. ,,Ik sta pal naast Pásztor. Wat had hij anders moeten zeggen als van de 200 mensen die hij insluit, 200 zigeuners zijn?" aldus Attila Lakatos, overigens tot woede van andere Romaleiders.
Sinds Cozma's dood spreekt de grootste oppositiepartij Fidesz openlijk over 'stijgende criminaliteit van zigeuners'. De partij eist meer politie, snellere processen, hogere straffen en overigens ook meer banen voor Roma. Het is een duidelijke poging om de toch al impopulaire socialistische minderheidsregering verder in diskrediet te brengen. Maar Orbán wil met zijn uitspraken ook kiezers wegtrekken bij de Jobbik, die onlangs bij een tussentijdse verkiezing in een deelgemeente in Boedapest acht procent haalden en bij de volgende verkiezingen de grote stembusverrassing dreigen te worden.
Maar zulke taal is nieuw in de gevestigde politiek. Ondanks het racisme in de samenleving maakten parlementaire partijen zich daar tot nu toe niet schuldig aan. Politici, zowel van rechts als van links, benaderden de kwestie altijd vanuit de achtergestelde positie van de Roma en benadrukten de noodzaak van onderwijs en banen. Hongarije heeft de afgelopen achttien jaar honderden miljoenen euro's gestoken in projecten om de achterstand van Roma aan te pakken.
Prima op zich, zegt Krekó. Maar die houding ging volgens hem gepaard met een doorgeschoten politieke correctheid. ,,Er is bijvoorbeeld nooit gepraat over de vraag of al dat geld daadwerkelijk terecht kwam bij diegenen die het echt nodig hadden en of het niet bleef hangen bij mensen die zich opwierpen als vertegenwoordigers van de Romagemeenschap."
En er zijn ook andere problemen waar nooit over werd gepraat, zegt hij. Dat de meeste Romakinderen niet meer dan lagere school hebben en tien procent dat niet eens haalt, komt deels door het onderwijsstelsel, maar zeker niet alleen. In bepaalde Romagroepen is grote weerstand tegen school. Ouders vinden onderwijs onzin, omdat je daar in 'het echte leven' niets aan hebt.
,,Onder de Fideszregering tussen 1998 en 2002 kregen mensen alleen bijstand als ze konden aantonen dat hun kinderen naar school gingen. Dat is uit politieke correctheid afgeschaft, maar het werkte wel en het zou volgens mij ook weer moeten worden ingevoerd. Ik zou er ook voor zijn als sociale steun voor een deel niet als geld wordt uitgekeerd, maar in de vorm van maaltijden voor kinderen op school,” zegt Krekó.
Hij vreest de radicalisering aan beide zijden. In Romagemeenschappen heerst een begrijpelijke angst voor de Hongaarse Garde. Na de moord op Cozma werd gevreesd voor wraakacties in het dorp waar een van de daders vandaan kwam. Steeds vaker praten Roma vaker over de oprichting van zelfverdedigingsgroepen, zoals in Bulgarije ook is gebeurd. Als gevolg daarvan is vinden daar tegenwoordig regelmatig gewelddadige confrontaties plaats tussen extreemrechts en Roma.
Reacties
De opmars van extreem rechts kom je overal tegen! Toen ik de eerste keren in Hongarije kwam, kende ik het 'probleem' ook niet. M'n Hongaarse vriend uit Hernadnemeti reed me eens door zo'n zigeuner'spookstad' ... jongens, wat je daar zag!
Frustraties bij de gewone Hongaar, die met een klein pensioentje moet toekomen en z'n geld ziet wegvloeien in steun aan zigeuners, die er - volgens hen - nooit voor gewerkt hebben ... sounds familiar ...
Ik doe mijn pet af voor de zigeunervrouwen! En wou dat ze zelf hun kracht eens inzagen.
In onze westerse maatschappij is ruimte voor verschillende normen en waarden maar dan moet je ook de consequenties van je keuze aanvaarden en daar schort het nogal eens aan.