KOKARDE
Mijn zoon trekt zijn zwarte nette broek aan. Gelukkig, een beetje hoog water, maar het gaat nog wel. Een van de curioziteiten van het Hongaarse schoolsysteem is de verplichte dracht van zwarte broek en wit overhemd (bij meisjes een witte bloes en zwarte rok) op bepaalde dagen: bij de opening en sluiting van het schooljaar en bij bepaalde gelegenheden tussendoor, zoals bijvoorbeeld de viering van de 15de maart - de herdenking van de revolutie van 1848 - op school.
Aangezien hij die broek de rest van het jaar verder niet aantrekt, is het een dure traditie. Vermoedelijk bestaat in Hongaarse families een uitgebreid systeem van broeken die van de ene broer of neef op de andere overgaan, want ik kan me toch nauwelijks indenken dat mensen iedere keer weer een nieuwe broek aanschaffen, terwijl je met een opgroeiende puber toch regelmatig een langer exemplaar nodig hebt.
Onlangs klaagde ik bij een ouderavond over dit prijzige en in mijn ogen totaal verouderde gebruik. Zijjn klassenleraar, een man die ik alleen in shorts of versleten spijkerbroeken ken, toonde begrip, maar is natuurlijk ook niet in staat een traditie diezelfs in de officiele schoolregels wordt vermeld, eigenhandig uit te bannen. Eén troost had hij: ,,Er staat wel dat het een zwarte broek moet zijn, maar nergens staat iets over de lengte.''
Maar goed, die valt gelukkig mee. Dus kan hij zich morgen zonder al te veel schaamte bij de meute zwart-wit geklede jongeren voegen die de straten van Hongarije dan bevolken. Eén jaarlijks terugkerende vraag is nog niet beantwoord: hoe moet het met de kokarde? Iedere zichzelf respecterende Hongaar speldt ter gelegenheid van 15 maart namelijk een kokarde met de Hongaarse driekleur op, een gewoonte die we te danken hebben aan de geliefde (of was het zijn vrouw) van de dichter Sándor Petőfi, die voor de revolutionairen in 1848 al dergelijke rozetten maakte, maar die met name door Fidesz nieuw leven in is geblazen.
Maar moet onze zoon nu ook een kokarde op? Toen we hem op de kleuterschool zónder naar school stuurden, kwam hij 's middags mét terug. Op de lagere school meende een overigens zeer aardige, maar op zijn tijd ook behoorlijk nationalistische lerares die over zulke zaken lang en serieus nadacht, echter dat een Nederlander geen Hongaars driekleur zou moeten dragen, wat onze zoon best vond. Maar het jaar erop liet hij het niet aan de lerares over, maar schafte er zelf een aan.
Dat exemplaar zit nu in zijn tas. Hij bekijkt morgen ter plekke wel hoe zeer hij bij klasgenoten uit de toon valt zónder. Maar de druk om mee te doen is groot en wordt voor mijn gevoel ieder jaar groter. Zelf voelde ik me vorig jaar op 15 maart tamelijk uitzonderlijk, want ik was - in Budapest - zo ongeveer de enige op straat zonder kokarde. Dat zal ook dit jaar het geval zijn, maar misschien moet ik maar oranje vlaggetjes op mijn wangen schilderen om duidelijk te maken waarom.
Reacties
Maar de persoonlijke beschouwingen kunnen soms de feiten sterk kleuren.
Zoals het geval is met de artikelen van correspondente Runa Hellinga: De artikelen ‘Buskaartjes’, geplaatst op vrijdag 6 februari ; ‘Technische keuring’ van woensdag 4 februari 2009 en vooral het laatste, ‘Kokarde’, geplaatst op donderdag 12 maart 2009.
Ze bericht over kleine gebeurtenissen van het dagelijks leven die - in mijn ogen - zodanig worden vergroot dat die bij de lezer op z’n minst een rare bijsmaak wekken.
In de eerste twee genoemde artikelen beschreven situaties, zoals de gebreken van het openbaar vervoer, trage bestuurlijke processen, files etc., komen ook in Nederland regelmatig voor. Waar elders in de wereld heb je die problemen niet?
Ze hebben dus geen nieuwswaarde. Het creëert alleen een onnodig eenzijdig beeld over het land.
Maar het artikel Kokarde spant de kroon. Dit artikel staat vol overdrijvingen en onjuistheden. Het is geschreven vanuit een eenzijdig perspectief, klinkt zeer negatief en straalt minachting uit over een nationale traditie.
Haar beschouwingen en de manier waarop ze situaties beschrijft roepen bij mij een aantal vragen op: Duidt dit op gebrekkige maatschappijkennis van Hellinga over Hongarije? Waarom die negatieve houding, cynische toon en maar niet aflatend gezeur? Wat wil ze hiermee bereiken?
Mijn inziens is het doel van de site ‘Hongarije Vandaag’ om reële informatie te bieden over Hongarije en een link te leggen tussen de Hongaarse en Nederlandse culturen. Als bezoeker van de site wil je toch leuke, interessante wetenswaardigheden opdoen?
In interculturele contacten is het van belang elkaars culturele en sociale achtergrond te leren kennen. Die bepalen immers de gedragspatronen van een volk. Deze morele plicht zou extra moeten gelden voor een migrant, die ook nog journaliste is en al ruime tijd in haar nieuwe thuisland woont. Een correspondent doet er goed aan om zich eerst in de geschiedenis van het land te verdiepen voordat ze zich over de culturele verschijnselen en het gedrag van het volk uit. Zonder het verleden te kennen kan het heden niet begrepen worden. Als enkele kleine gebeurtenissen uit hun maatschappelijke context worden gehaald en oppervlakkig worden behandeld ontstaat er een ongewenste situatie: het artikel loopt het gevaar een verkeerd effect te creëren bij de lezer.
De auteur van deze artikelen woont al sinds 1990 in Hongarije. Dat lijkt me genoeg tijd om je goed te kunnen verdiepen in de (cultuur)historische achtergrond van het land om vervolgens de dagelijkse gebeurtenissen beter te begrijpen en meer begrip te tonen. Dit heet inburgering, geen onbekend begrip voor een Nederlander.
Nederland hecht zich met mindere mate aan (eigen) tradities. Daarom vind ik het raadzaam om voorzichtiger te zijn met de uitlatingen over gewoonten van andere culturen. Door een snel oordeel kunnen de diepgewortelde uitingsvormen van de nationale identiteit van een ander volk in een verkeerd daglicht komen te staan.
Informatie die in een breder perspectief geplaatst is, dient beter het doel van deze site: leesplezier voor de mensen die graag meer over dit land willen weten.
Wat die zwarte broeken betreft: dat is een dure gewoonte, en eentje die in arme gezinnen ook echt tot problemen leidt. Ik weet dat een onderwijzeres op een school met veel zigeunerkinderen in Miskolc een eigen collectie zwarte broeken en rokken en witte hemden heeft, zodat ook de armste kinderen in de klas er op de betreffende dagen feestelijk bij kunnen lopen en niet hoeven af te steken bij de rest. Dat is heel lief van haar, maar voor kinderen (en hun ouders) die bij minder lieve juffen in de klas zitten, is zo'n traditie simpelweg niet meer dan een extra drempel in het onderwijs. Los van het feit dat in tijden van krisis wel meer mensen problemen met zo'n gewoonte zullen krijgen.
Er zijn in Hongarije gezinnen die hun kinderen niet naar school sturen omdat ze het geld niet hebben om hen gewone kleren te geven. Toegegeven, dat zijn gezinnen die helemaal aan de rand van de samenleving zitten, waarvan de ouders drinken of die hun hele inkomen aan een woekeraar moeten afdragen. Maar zoals ik in mijn vorige reactie al zei, iedere drempel die je opwerpt, is een extra drempel om kinderen in het onderwijs te krijgen. En als het in het gezinsbudget om de keuze tussen een zwarte broek of een klassenuitje gaat, ben ik voorstander van het klassenuitje. Maar dat zal wel heel Nederlands bekeken zijn.
Ik wil geen oordeel uitspreken over de politiek in Hongarije,echter een feit is wel dat de kokarde door de Fidesz en andere rechtse partijen een aantal jaren geleden is gaan gebruiken om een politiek statement te maken. En hiermee wordt de kokarde dus oneigenlijk gebruikt. Vooral het daarbij behorende (misselijkmakend)statement van "alleen een echte Hongaar draagt ...." de rest zijn, bijvoegelijk naamwoord zelf invullen, buitenlanders waarbij aanvoorbij gegaan wordt dat de echte Hongaar in de hier gebruikte context niet kan bestaan omdat Hongarije door veel verschillende bevolkingsgroepen is en wordt bewoond. Net als in de familie van vrouw komt er in veel families b.v. Duits en/of Joods bloed voor.
Vanwege dit aangehangen politieke statement dragen mijn vrouw en kinderen geen kokarde
Toch, erover lezen is anders dan het zelf ervaren, zoals vandaag. Terwijl ik aan het winkelen was (toevallig in Miskolc), werden er overal kokardes te koop aangeboden. In de supermarkten lagen ze al twee weken lang te koop.
Overal hingen de vlaggen al klaar voor morgen. Nu begrijp ik waarom.
En daarmee ben ik weer een klein stukje Hongaarser geworden.
Maribel
Dit verhaal ‘zwarte broek - witte bloes’ is inderdaad een beetje zwart-wit. Dit geldt alleen voor een klein percentage van de bevolking en inderdaad voor de periferie van de maatschappij. Voor die mensen is dit klerenprobleem trouwens de allerkleinste zorg van hun dagelijks bestaan. Ik vind het jammer om dit traditionele klerenvoorschrift zodanig te vergroten alsof dit het grote deel van de Hongaarse kinderen de toegang tot het onderwijs zou belemmeren. Het is een beetje ver gezocht.
Even nog terug naar de reactie van Runa Hellinga van 9.28 uur op 14 maart over het artikel Kokarde.
De tradities van een andere cultuur te volgen door louter waarnemen betekent nog niet dat je gelijk de achterliggende gedachten ook te weten komt en die je ook begrijpt. Waarnemen is in dit geval een soort foto-opname van het oppervlak door een individuele lens en vervolgens daar een eigen interpretatie aangeven.
Voor het begrijpen van symbolen van de nationale tradities is z’n oppervlakkige waarneming zeker niet voldoende, je moet dieper duiken. Symbolen geven alleen maar de top van hun betekenis prijs. De rest moet je zelf ontrafelen en de geschiedenisboeken erbij halen. Een historisch perspectief is hierbij onmisbaar.
Wat is nou mis met het dragen van de kokarde?
Ik mis uw boodschap!
Suggereert u iets met uw verhaal?
U noemt in uw reactie een aantal losstaande feiten waarbij ik de samenhang mis.
Jammer dat uw verhaal door de snelle conclusies in het gevaarlijke terrein van de generalisatie wegzakt.
István
Natuurlijk, er komt ook iets anders aan de orde. Namelijk de kwestie of het hier eigenlijk (nog) wel gaat om een nationale traditie, of om een (partij)politiek statement. Wat treurig stemt is dat deze vraag, en ik vrees nog wel een paar andere, kennelijk niet gesteld mag worden. Dat wat mij voorkomt als oprechte bezorgdheid over sommige ontwikkelingen in Hongarije zo makkelijk uitgelegd wordt als cynisme. Of als blijk van een gebrek aan kennis van de geschiedenis, die kennelijk maar voor één uitleg vatbaar is.
Jan
Steek maar die "kokarde " op en kijken hoeveel hongaren zullen zich oranje verven op 30 april op Koninginnedag.
De andere artikelen vind ik persoonlijk ook leuk en je schrijft het waarheid zoals het is.
Een breed scala van meningen maakt de site nog levendiger en levert een waardevolle bijdrage aan de beeldvorming over Hongarije.
Er is niets mis met eigen interpretaties. De valkuil zit in de snelle conclusies en de sugererende of generaliserende opmerkingen.
Zo zei Jan - terecht - in zijn reactie dat hij van de ’koekjestrommel’ verhalen zat is.
Aan de discussie voorafgaande eenzijdige stellingen verdienen een beetje nuancering. Het is juist belangrijk te benadrukken dat de traditie op zich is niet gelijk aan het misbruik maken van de traditie voor allerlei politieke of ideologische etc. doeleinden.
Ook al zijn er tendenties waarneembaar, is het deel niet gelijk aan het geheel.
Veel te gemakkelijk zijn hier, Volgens mij, de intenties van Runa en haar kennis ter discussie gesteld. Ik heb net Runa's reisgids over Boedapest uit en daaruit blijkt zonneklaar dat het haar niet ontbreekt aan een goede historische en actuele kennis van Hongarije.
Persoonlijk heb ik soms moeite met de rigiditeit van sommige Hongaarse tradities. Tegelijkertijd merk ik dat een te nonchalante houding als kwetsend kan worden ervaren.
Ontegenzeggelijk wordt de vrijheidsoorlog 1848-1849 politiek gebruikt in de huidige politieke strijd. Als dit Runa's vraag zou zijn, dan is die volgens mij zeer legitiem: Hoe respecteer ik de Hongaarse tradities, en maak ik daar deel van uit, zonder (ongewild) een politieke statement te maken?