DAKLOZEN
Volgens recente schattingen zijn zo'n 25.000 tot 35.000 Hongaren dakloos. Vrijwel iedere Hongaar die ik ooit over dat probleem heb gesproken, denkt dat het aantal daklozen de afgelopen jaren enorm is gestegen en wijt dat aan de slechte economische omstandigheden. Dakloos worden is naast je baan verliezen voor veel Hongaren dan ook het schrikbeeld van de economische crisis.
Nu herinner ik me uit het begin van de jaren negentig ook daklozen, maar of het er meer of minder waren dan nu, daar durf ik niets over te zeggen. Maar het daklozenprobleem blijkt al veel ouder te zijn dan de systeemwisseling. Volgens een in 1980 gehouden volkstelling leefden op dat moment 120.000 Hongaren niet in een echte woning. 90.000 van hen woonden in weinig opwekkende arbeidershotels, waar ze met een aantal man een spartaanse kamer deelden.
Een deel van die mensen had wel een woning, maar die zover van hun arbeidsplaats vandaan dat ze hun familie thuis moesten achterlaten. Echt dakloos waren ze weliswaar niet, maar het scheelde niet veel. Dat was een van de prijskaartjes was die aan de socialistische garantie op een baan hing. Je had immers niet alleen een werkgarantie, maar ook een werkverplichting. En als je in eigen dorp of direct in de buurt geen baan kon vinden, was een baan ver van huis en een leven in een arbeidershotel de enige oplossing.
Volgens diezelfde volkstelling waren er in 1980 ook nog eens 30.000 mensen die in een garage, hut of grot leefden. Een deel van hen had ook een baan, hoewel in deze groep ook mensen waar zelfs het socialisme geen raad mee wist. In de jaren daarna zou het daklozenprobleem alleen maar toenemen, omdat een aantal arbeidershotels dichtging. Een studie uit 1987 schatte het aantal daklozen op 30.000 tot 60.000, en eind 1989 was er sprake van 45.000 mensen zonder eigen huis.
Ook nu heeft een deel van de daklozen wel degelijk een huis, alleen niet op de plaats waar ze leven. Er is nog steeds een groep mensen die uit hun dorp zonder enig perspectief op werk naar de stad trekken in de hoop daar iets te vinden. Bij gebrek aan sociale woningbouw komen ze vaak op straat of op zijn best in een daklozenopvang terecht.
Het idee dat het aantal daklozen is toegenomen komt misschien daardoor dat ze zichtbaarder zijn dan vroeger. Het Maltezer Kruis en andere hulporganisaties hebben bijvoorbeeld dagelijkse soepkeukens op diverse punten in de stad, waar zich rond etenstijd hele menigtes verzamelen, niet alleen daklozen trouwens, maar ook bejaarden die op die manier hun pensioentje oprekken.
Bovendien blijkt de mentale en fysieke toestand van de daklozen te verslechteren. Een veel groter deel van de daklozen dan vroeger heeft psychiatrische problemen of is alcoholist. Dat is ook de groep die zich niet aanmeldt voor de daklozenopvang die Budapest wel degelijk kent. Iedere ncht blijkt een deel van de bedden in die opvang leeg te staan. In het merendeel van de opvangplaats is alcohol verboden, en dat houdt verstokte drinkers buiten de deur en op de straat en in de metrostations.
Overigens is de angst van Hongaren om dakloos te worden niet helemaal irreeel. Eind vorig jaar schatte Miklós Vecsei van het Maltezer Kruis dat zo'n 3 miljoen mensen op de drempel van de dakloosheid leven. Dat cijfer is zeer ruim genomen: Vecsei telde daarbij mee iedereen die een hypotheek op zijn woning heeft, in onderhuur zit of bij familie leeft.
Maar wie een hypotheek heeft en zijn baan kwijtraakt, heeft inderdaad een serieus probleem. Volgens de directeur van een opvanghuis in Budapest melden zich tegenwoordig haast iedere dag wel mensen aan die werkloos zijn geworden en daardoor ook hun huis zijn kwijtgeraakt.
Nu herinner ik me uit het begin van de jaren negentig ook daklozen, maar of het er meer of minder waren dan nu, daar durf ik niets over te zeggen. Maar het daklozenprobleem blijkt al veel ouder te zijn dan de systeemwisseling. Volgens een in 1980 gehouden volkstelling leefden op dat moment 120.000 Hongaren niet in een echte woning. 90.000 van hen woonden in weinig opwekkende arbeidershotels, waar ze met een aantal man een spartaanse kamer deelden.
Een deel van die mensen had wel een woning, maar die zover van hun arbeidsplaats vandaan dat ze hun familie thuis moesten achterlaten. Echt dakloos waren ze weliswaar niet, maar het scheelde niet veel. Dat was een van de prijskaartjes was die aan de socialistische garantie op een baan hing. Je had immers niet alleen een werkgarantie, maar ook een werkverplichting. En als je in eigen dorp of direct in de buurt geen baan kon vinden, was een baan ver van huis en een leven in een arbeidershotel de enige oplossing.
Volgens diezelfde volkstelling waren er in 1980 ook nog eens 30.000 mensen die in een garage, hut of grot leefden. Een deel van hen had ook een baan, hoewel in deze groep ook mensen waar zelfs het socialisme geen raad mee wist. In de jaren daarna zou het daklozenprobleem alleen maar toenemen, omdat een aantal arbeidershotels dichtging. Een studie uit 1987 schatte het aantal daklozen op 30.000 tot 60.000, en eind 1989 was er sprake van 45.000 mensen zonder eigen huis.
Ook nu heeft een deel van de daklozen wel degelijk een huis, alleen niet op de plaats waar ze leven. Er is nog steeds een groep mensen die uit hun dorp zonder enig perspectief op werk naar de stad trekken in de hoop daar iets te vinden. Bij gebrek aan sociale woningbouw komen ze vaak op straat of op zijn best in een daklozenopvang terecht.
Het idee dat het aantal daklozen is toegenomen komt misschien daardoor dat ze zichtbaarder zijn dan vroeger. Het Maltezer Kruis en andere hulporganisaties hebben bijvoorbeeld dagelijkse soepkeukens op diverse punten in de stad, waar zich rond etenstijd hele menigtes verzamelen, niet alleen daklozen trouwens, maar ook bejaarden die op die manier hun pensioentje oprekken.
Bovendien blijkt de mentale en fysieke toestand van de daklozen te verslechteren. Een veel groter deel van de daklozen dan vroeger heeft psychiatrische problemen of is alcoholist. Dat is ook de groep die zich niet aanmeldt voor de daklozenopvang die Budapest wel degelijk kent. Iedere ncht blijkt een deel van de bedden in die opvang leeg te staan. In het merendeel van de opvangplaats is alcohol verboden, en dat houdt verstokte drinkers buiten de deur en op de straat en in de metrostations.
Overigens is de angst van Hongaren om dakloos te worden niet helemaal irreeel. Eind vorig jaar schatte Miklós Vecsei van het Maltezer Kruis dat zo'n 3 miljoen mensen op de drempel van de dakloosheid leven. Dat cijfer is zeer ruim genomen: Vecsei telde daarbij mee iedereen die een hypotheek op zijn woning heeft, in onderhuur zit of bij familie leeft.
Maar wie een hypotheek heeft en zijn baan kwijtraakt, heeft inderdaad een serieus probleem. Volgens de directeur van een opvanghuis in Budapest melden zich tegenwoordig haast iedere dag wel mensen aan die werkloos zijn geworden en daardoor ook hun huis zijn kwijtgeraakt.
Reacties
De belangrijkste reden die ik ken voor de onderbezetting van de nachtopvang is de criminaliteit. Dat vertellen tenminste de verschillende oudere daklozen, allen niet-drinkers, die ik ken. Zij mijden de nachtopvang zoveel als ze kunnen, om te voorkomen dat ze 's ochtends al hun spullen kwijt zijn. Het verbaast me trouwens dat er opvanghuizen zijn waar alcohol niet verboden is, zoals je schrijft. Ik kan me nog voorstellen dat er medische bijstand wordt gegeven aan een dronken dakloze, maar nachtopvang? Dat lijkt me hel. Daar ligt ook mijn grens. Voor zover ik dat kan beoordelen heeft een drinkende dakloze niet meer dan enkele jaren te gaan, ongeacht zijn mentale toestand. Daarom veroorloofde ik het mezelf ook een van "mijn" daklozen erop aan te spreken toen hij een keertje gedronken had. Eén keertje in de zes jaar dat ik hem nu ken!
Er zijn niet genoeg opvanghuizen, maar dat is ook moeilijk wie in een opvanghuis wordt opgenomen. Er zijn veel meer daklozen dan opvanghuizen.
We zouden een oplossing voor dit probleem snel moeten vinden.
Familielid (met haar 3 kinderen) van mijn (Hongaarse) vriendin laatst ook op straat gezet. Mannetje had een baan maar moest de bak in en vrouwtje kon geen werk vinden. Bank boos dus huis kwijt. Vrouwtje (met kinderen) probeerd het nu hier in Amsterdam. Eerst tijdje bij mij in huis gezeten maar dat werd te krap. Heeft nu gelukkig woonruimte en werk gevonden hier anders............... Inderdaad wel veel matrassen met daklozen op de metrostations aldaar.