ZIMBABWE
Een democratische rechtstaat, waar Hongaren hun geluk zouden vinden en die hun een veilige thuis zou bieden, dat was wat interim-president Mátyas Szürös zijn volk toewenste toen hij op 23 oktober 1989 vanaf het balkon van het Hongaarse parlement de vierde Hongaarse Republiek afkondigde en vrije verkiezingen aankondigde. Het was feitelijk het einde van het socialisme in Hongarije, een dag waarop je nationale feestvreugde had verwacht. En veel Hongaren waren ook wel blij: ,,Het is nog niet afgelopen, maar we hebben nu hoop en die moeten we hebben,’’ zei een dierenarts op het plein tegen een journalist terwijl hij een traan wegpinkte. Maar niet iedereen dacht er zo over. In de stad herdachten mensen de mislukte opstand van 1956. ,,Dit is geen feestdag, het is een herdenkingsdag. Het wordt pas een feestdag als deze heren en hun opvolgers het Hongaarse volk om vergeving hebben gevraagd, ” aldus een spreker op een van de bijeenkomsten. Achteraf was het niet zo slim om de declaratie van de ni