VOORUITZIEN
Regeren is vooruitzien, zeggen ze. Je hoeft echt geen politiek zwaargewicht te zijn om te bedenken dat als je roept dat jouw land er zo slecht aan toe is dat het het voorbeeld van Griekenland zou kunnen volgen, de effecten van zo'n uitspraak dramatisch zijn. Nadat Lajos Kósa, vice-voorzitter van de regeringspartij Fidesz, vorige week aankondigde dat Hongarije aan de rand van het bankroet stond, tuimelde niet alleen de forint. Ook de euro verzwakte en de internationale beurzen reageerden. In Brussel zullen ze waarschijnlijk heel blij zijn met de nieuwe Hongaarse regering.
En dat, terwijl Kosa's partijgenoot en voormalig minister van financiën Mihály Varga vrijdag moest erkennen dat de vorige regering Hongarije in een redelijk goede financiële staat heeft achtergelaten. Er zijn wel wat problemen: er komt minder belasting binnen dan was begroot, en de schulden van een aantal staatsbedrijven als de spoorwegen, het openbaar vervoer in Boedapest en luchtvaartmaatschappij Malev zijn groter dan verwacht. Maar in principe was de vorige regering op de goede weg.
Varga had van premier Viktor Orbán de opdracht gekregen een rapport te maken over de economische stand van zaken. Twee dagen voor de publicatie had hij het er nog over dat een begrotingstekort van meer dan zeven procent onvermijdelijk was. Nu zei hij dat een begrotingstekort van 3,8 procent haalbaar was. In het weekend tuimelden regeringspolitici over elkaar heen om de effecten van Kósa's uitspraak ongedaan te maken. Tevergeefs. De signalen die deze regering in korte tijd heeft afgegeven, zijn zo tegenstrijdig dat niemand nog weet wat hij moet geloven en Hongarije het krediet op de financiële markten, dat de regering Bajnai in tien maanden had weten op te bouwen, weer geheel heeft verspeeld.
Da's een duur geintje, want dat betekent niet alleen dat de EU en het IMF strenger naar 's lands financiën zullen kijken, maar het heeft ook de nodige gevolgen voor de gewone burger. Wie, zoals veel Hongaren, met een hypotheek in buitenlandse valuta zit, zal voor zijn aflossing heel wat meer forinten op tafel moeten leggen dankzij meneer Kósa's uitspraken. En als de internationale financiële markten Hongarije wantrouwen, wordt het ook moeilijker om voor de regering om geld te lenen. En zonder geleend geld kun je een begrotingstekort niet eens financieren. De consequentie kan wel eens zijn dat de regering straks nog minder geld heeft om uit te geven dan het plan was. Of dat Hongarije echt failliet gaat.
Als er al een plan was. Uitspraken als die van Kósa (en eerder die van Varga zelf) geven het gevoel dat Fidesz nog steeds niet door heeft dat de verkiezingscampagne afgelopen is en dat het nu tijd is om serieus aan de slag te gaan. Of dat uitspraken die je als oppositie makkelijk kunt doen, hard worden afgestraft als je ze als regeringspartij doet. Op oppositiepropaganda let de buitenwereld niet. Maar op regeringsuitspraken wel.
De partij was tijdens de campagne muisstil over wat haar regeringsplannen. Maar na twintig jaar parlementaire ervaring én vier jaar regeringservaring had ik toch de hoop dat Fidesz binnenskamers een professioneel regeringsbeleid aan het voorbereiden was. Inmiddels betwijfel ik dat. De introductie van het dubbele staatsburgerschap luttele weken voor de Slowaakse verkiezingen, alsof Orbán totaal vergeten is wat voor commotie de introductie van een Hongaarse identiteitskaart tien jaar geleden veroorzaakte, en vervolgens de uitspraken van Kósa en andere Fidesz-politici over de economie doen het ergste vrezen.
En tegengas van ambtenaren zullen de ministers niet krijgen. Naar goed gebruik zijn alle topambtenaren van de vorige regering ontslagen, om vervangen te worden door Fidesz-mensen. Niet alleen zitten op al die topfuncties nu dus onervaren mensen, het gaat ook nog eens om partijgetrouwen. Dat is niet ongebruikelijk, in Frankrijk, Italië en Amerika gebeurt hetzelfde. Maar bevorderlijk voor een uitgewogen politiek denkproces is het niet.
En dat, terwijl Kosa's partijgenoot en voormalig minister van financiën Mihály Varga vrijdag moest erkennen dat de vorige regering Hongarije in een redelijk goede financiële staat heeft achtergelaten. Er zijn wel wat problemen: er komt minder belasting binnen dan was begroot, en de schulden van een aantal staatsbedrijven als de spoorwegen, het openbaar vervoer in Boedapest en luchtvaartmaatschappij Malev zijn groter dan verwacht. Maar in principe was de vorige regering op de goede weg.
Varga had van premier Viktor Orbán de opdracht gekregen een rapport te maken over de economische stand van zaken. Twee dagen voor de publicatie had hij het er nog over dat een begrotingstekort van meer dan zeven procent onvermijdelijk was. Nu zei hij dat een begrotingstekort van 3,8 procent haalbaar was. In het weekend tuimelden regeringspolitici over elkaar heen om de effecten van Kósa's uitspraak ongedaan te maken. Tevergeefs. De signalen die deze regering in korte tijd heeft afgegeven, zijn zo tegenstrijdig dat niemand nog weet wat hij moet geloven en Hongarije het krediet op de financiële markten, dat de regering Bajnai in tien maanden had weten op te bouwen, weer geheel heeft verspeeld.
Da's een duur geintje, want dat betekent niet alleen dat de EU en het IMF strenger naar 's lands financiën zullen kijken, maar het heeft ook de nodige gevolgen voor de gewone burger. Wie, zoals veel Hongaren, met een hypotheek in buitenlandse valuta zit, zal voor zijn aflossing heel wat meer forinten op tafel moeten leggen dankzij meneer Kósa's uitspraken. En als de internationale financiële markten Hongarije wantrouwen, wordt het ook moeilijker om voor de regering om geld te lenen. En zonder geleend geld kun je een begrotingstekort niet eens financieren. De consequentie kan wel eens zijn dat de regering straks nog minder geld heeft om uit te geven dan het plan was. Of dat Hongarije echt failliet gaat.
Als er al een plan was. Uitspraken als die van Kósa (en eerder die van Varga zelf) geven het gevoel dat Fidesz nog steeds niet door heeft dat de verkiezingscampagne afgelopen is en dat het nu tijd is om serieus aan de slag te gaan. Of dat uitspraken die je als oppositie makkelijk kunt doen, hard worden afgestraft als je ze als regeringspartij doet. Op oppositiepropaganda let de buitenwereld niet. Maar op regeringsuitspraken wel.
De partij was tijdens de campagne muisstil over wat haar regeringsplannen. Maar na twintig jaar parlementaire ervaring én vier jaar regeringservaring had ik toch de hoop dat Fidesz binnenskamers een professioneel regeringsbeleid aan het voorbereiden was. Inmiddels betwijfel ik dat. De introductie van het dubbele staatsburgerschap luttele weken voor de Slowaakse verkiezingen, alsof Orbán totaal vergeten is wat voor commotie de introductie van een Hongaarse identiteitskaart tien jaar geleden veroorzaakte, en vervolgens de uitspraken van Kósa en andere Fidesz-politici over de economie doen het ergste vrezen.
En tegengas van ambtenaren zullen de ministers niet krijgen. Naar goed gebruik zijn alle topambtenaren van de vorige regering ontslagen, om vervangen te worden door Fidesz-mensen. Niet alleen zitten op al die topfuncties nu dus onervaren mensen, het gaat ook nog eens om partijgetrouwen. Dat is niet ongebruikelijk, in Frankrijk, Italië en Amerika gebeurt hetzelfde. Maar bevorderlijk voor een uitgewogen politiek denkproces is het niet.
Reacties
Al sinds 2006 lees ik je stukjes met zoveel plezier dat ik er echt voor ga zitten als er iets binnenkomt!
Reageren doe ik zelden omdat ik het meestal zo met je eens ben en dan is het zo flauw om "ik ook, ik ook, te roepen, niet erg interessant. . .
Deze reactie is er dus alleen voor om je te bedanken. Je schijnt vaak licht op voor mij totaal onbegrijpeljke dingen, en het is duidelijk dat je de hongaarse maatschappij goed weet in te schatten en te vertalen naar niet-hongaren.
Heel, heel erg bedankt dus. Ik dacht dat je dat best mocht horen!
Margot
PS: Als je nog eens een verklaring kunt geven voor de openlijke joden haat hier, ik houd me aanbevolen.