POLITIEK VOETBAL
Voetbaltrainers worden ontslagen, niets bijzonders aan. Maar het vrijdag officieel bekend gemaakte ontslag van Erwin Koeman als trainer van het nationale elftal van Hongarije is een directe gevolg van de Hongaarse regeringswisseling, en dat de politiek zo direct bij voetbal betrokken is, is wel opmerkelijk.
Koeman, die met de Hongaarse nationale elf de weg omhoog weer leek te hebben gevonden, ook al haalde dat net niet het WK in Zuid-Afrika, had nog een contract tot 2012. Maar hij koos de afgelopen week eieren voor zijn geld en kwam – officieel “in goed overleg” – tot een akkoord met de Hongaarse voetbalbond over de beëindiging van zijn verbintenis.
Een onvermijdelijke stap, want de in mei gekozen nieuwe Hongaarse premier Viktor Orbán heeft twee passies, politiek en voetbal, en die twee lopen nog al eens door elkaar heen. In 2001, toen Orbán ook al premier was, zei hij eens een kabinetszitting af vanwege een wedstrijd van Felcsút, het team van zijn geboortedorp met dezelfde naam dat in de tweede divisie speelde.
In datzelfde 2000 zielen tellende dorp Felcsút staat, op initiatief van Orbán, sinds een aantal jaren ook de nieuwe nationale voetbalacademie. Tot de studenten behoort ook zijn oudste zoon Gaspár, die door trainers wordt omschreven als een “hardwerkende jongen”. Orbán mist geen enkele EK of WK finale en zat ook dit jaar in Johannesburg op de tribune bij de finale Nederland-Spanje. Het verhaal gaat dat hij als student ooit wegliep uit een ziekenhuis waar hij lag met een longontsteking om een belangrijke wedstrijd bij te wonen.
Vorig jaar november, toen Orbán nog leider van de oppositie was, verklaarde hij al herhaaldelijk niets in Koeman te zien en vanaf dat moment speculeerden de Hongaarse kranten, die de binnenlandse politieke verhoudingen kennen en weten wat zo’n uitspraak betekent, al dat het gedaan was met de carrière van de Nederlander. Het ging snel toen kort na de verkiezingen de voorzitter van de Hongaarse voetbalbond - de man die Koeman naar Hongarije had gehaald - werd afgezet en werd vervangen door Sándor Csányi
Csányi is directeur en medeaandeelhouder van de Hongaarse OTP Bank, een van de drie rijkste mannen van het land en een persoonlijke vriend en adviseur van premier Orbán. Met Csányi’s komst kwam ook een geheel nieuw bondsbestuur en dat besloot afgelopen week, in lijn met de nieuwe nationalistische koers van de regering Orbán, dat een nationaal elftal geen buitenlandse trainer kon hebben.
De voorlopige opvolger voor Koeman wordt Sándor Egervári, voormalig Hongaars speler en trainer van het nationale jeugdelftal onder 20 van Hongarije. Aan hem de taak de Hongaren voor te bereiden op het komende EK, waarbij Hongarije is ingedeeld in dezelfde poule als Nederland. En de ondankbare opgave om zich de politiek van het lijf te houden.
Koeman, die met de Hongaarse nationale elf de weg omhoog weer leek te hebben gevonden, ook al haalde dat net niet het WK in Zuid-Afrika, had nog een contract tot 2012. Maar hij koos de afgelopen week eieren voor zijn geld en kwam – officieel “in goed overleg” – tot een akkoord met de Hongaarse voetbalbond over de beëindiging van zijn verbintenis.
Een onvermijdelijke stap, want de in mei gekozen nieuwe Hongaarse premier Viktor Orbán heeft twee passies, politiek en voetbal, en die twee lopen nog al eens door elkaar heen. In 2001, toen Orbán ook al premier was, zei hij eens een kabinetszitting af vanwege een wedstrijd van Felcsút, het team van zijn geboortedorp met dezelfde naam dat in de tweede divisie speelde.
In datzelfde 2000 zielen tellende dorp Felcsút staat, op initiatief van Orbán, sinds een aantal jaren ook de nieuwe nationale voetbalacademie. Tot de studenten behoort ook zijn oudste zoon Gaspár, die door trainers wordt omschreven als een “hardwerkende jongen”. Orbán mist geen enkele EK of WK finale en zat ook dit jaar in Johannesburg op de tribune bij de finale Nederland-Spanje. Het verhaal gaat dat hij als student ooit wegliep uit een ziekenhuis waar hij lag met een longontsteking om een belangrijke wedstrijd bij te wonen.
Vorig jaar november, toen Orbán nog leider van de oppositie was, verklaarde hij al herhaaldelijk niets in Koeman te zien en vanaf dat moment speculeerden de Hongaarse kranten, die de binnenlandse politieke verhoudingen kennen en weten wat zo’n uitspraak betekent, al dat het gedaan was met de carrière van de Nederlander. Het ging snel toen kort na de verkiezingen de voorzitter van de Hongaarse voetbalbond - de man die Koeman naar Hongarije had gehaald - werd afgezet en werd vervangen door Sándor Csányi
Csányi is directeur en medeaandeelhouder van de Hongaarse OTP Bank, een van de drie rijkste mannen van het land en een persoonlijke vriend en adviseur van premier Orbán. Met Csányi’s komst kwam ook een geheel nieuw bondsbestuur en dat besloot afgelopen week, in lijn met de nieuwe nationalistische koers van de regering Orbán, dat een nationaal elftal geen buitenlandse trainer kon hebben.
De voorlopige opvolger voor Koeman wordt Sándor Egervári, voormalig Hongaars speler en trainer van het nationale jeugdelftal onder 20 van Hongarije. Aan hem de taak de Hongaren voor te bereiden op het komende EK, waarbij Hongarije is ingedeeld in dezelfde poule als Nederland. En de ondankbare opgave om zich de politiek van het lijf te houden.
Reacties
Nemen wij maar de laatste 6 wedstrijdsresultaten van Koeman met het Hongaarse nationaal elftal en de eerste 6 van Sándor Egervári. De statistiek spreekt vanzelf. Koeman heeft in zijn laatste 6 wedstrijden 4 verloren, 1 gelijk gespeeld en 1 gewonnen. Maar ik kan nog teruggaan en zijn laatste 9 wedstrijden als voorbeeld nemen, maar dat is meer tragisch: uit 9 wedstrijen heeft hij 7 verloren, 1 gelijk gespeeld en 1 gewonnen…
Daarentegen zijn de resultaten van Egervári redelijk geruststellend: uit zijn eerste, en enige 6 wedstrijden heeft hij 2 verloren en 4 gewonnen.
Aan de hand van deze bovengenoemde statistiek vind ik het raar dat Koeman (met zo’n groot aantal verliezingen) zo lang als bondscoach voor Hongarije uitgehouden heeft. Bovendien was hij genoemd als bondscoach voor Hongarije om het WK in Zuid-Afrika te halen, maar helaas lukte dat hem ook niet.
Daarentegen schijnt Egervári een elftal gebouwd te hebben die een gezonde zelfverzekerheid en een winnende houding heeft.
Bovendien ben ik ervan overtigd dat Egervári geen grotere som verdient voor zijn werk dan Koeman.
Als wij de Nederlandse nationaal elftal nemen in vergelijking met de Hongaarse, kunnen wij vaststellen dat de vorige al ongeveer 33 jaar een Nederlandse bondscoach heeft. Sinds oktober 1977 had Nederland dus geen buitenlandse bondscoach voor haar nationaal voetbalploeg, hoewel er ook andere beterklingende namen en gevaren coaches bestaan in de wereld. Maar de Nederlandse Voetbalbond heeft voor een coach met een gelijke nationaliteit gekozen. Daarom begrijp ik niet waarom het een probleem is dat de Hongaarse voetbalelftal eindelijk ook een Hongaar als bondscoach heeft. Hier hebben wij dan een gelijkenis met Nederland. Het is klaarblijkelijk dat zo’n coach, die een gelijke nationaliteit met zijn spelers deelt, heeft voordelen, die al beide landen, Nederland en Hongarije herkenden.
Om die bovengenoemden redenen vind ik de beslissing van de MLSZ (Hongaarse Voetbalbond) terecht (ontslag van Koeman), of het niets met Orbán heeft te maken of wel.