GOOCHELEN MET GELD
Een aantal jaren geleden moest ik intreden in het Hongaarse pensioensysteem. Ik was destijds behoorlijk pissig dat de private pensioenfondsen me vanwege mijn leeftijd niet meer aannamen en ik mijn premie in de staatskas moest storten. Het Hongaarse staatspensioen is net als de Nederlandse AOW een omslagsysteem waarbij de pensioenen die nu worden betaald, worden gefinancierd door de premies die de werkenden van vandaag ophoesten. Hongarije is fors aan het vergrijzen, dus het is maar de vraag wat ik, als het zover is, ooit uit die pot zal krijgen. Een privaat pensioenfonds, in feite een eigen spaarpotje, leek me aanzienlijk veiliger.
In mijn stoutste dromen had ik niet kunnen voorzien dat er pakweg een decennium later een regering aan de macht zou komen die er niet voor schroomt om die pensioenfondsen simpelweg te nationaliseren, net zoals Argentinië in 2008 deed om een bankroet van dat land te voorkomen.
Dat de regering Orbán lekkerbekkend naar de miljarden in de private pensioenfondsen keek, was al langer duidelijk. Een paar weken geleden kregen de deelnemers aan die fondsen te horen dat de regering hun premie de komende veertien maanden zou 'lenen' om gaten in de begroting te dichten. Dat geld zou ter zijner tijd terug worden betaald, werd erbij gezegd.
Maar al snel werd duidelijk dat de regering eigenlijk veel meer wilde. Afschaffing van de private pensioenfondsen was het uiteindelijke doel. De afgelopen weken werd flink gelobbyd om mensen ervan te overtuigen naar het staatssysteem over te stappen. De hoop was duidelijk dat het overgrote deel van de deelnemers aan private pensioenfondsen dat vrijwillig zou doen. Maar blijkbaar is het vertrouwen van jonge Hongaren in de houdbaarheid van het staatssysteem niet erg groot, want afgelopen weer bleek uit een opiniepeiling dat slechts iets van een derde van de werknemers vrijwillig uit de private pensioenfondsen zal stappen.
Dat was voor de regering niet genoeg, en prompt kwam minister van economische zaken György Matolcsi met een groot konijn uit de hoed: werknemers houden de vrijheid om bij een privaat pensioenfonds te blijven, maar wie besluit dat daadwerkelijk te doen, verspeelt tot in de eeuwigheid zijn recht op een staatspensioen. Let wel: iedere Hongaar betaalt via de werkgeversbijdrage hoe dan ook mee aan de staatspensioenen en is voor zijn uiteindelijke pensioen ook deels afhankelijk van de staat.
De 'vrijheid om te kiezen' is dus de vrijheid om het grootste deel van je pensioen te verspelen. Dan stap je wel 'vrijwillig' over. "De keuze van de regering is helemaal geen keuze. Het is kiezen tussen twee dingen terwijl je een pistool tegen je slaap gedrukt krijgt," aldus Julianna Bába, voorzitter van de Vereniging van Stabiliteitsfondsen, die de pensioenfondsen vertegenwoordigt.
Discussie over de kwestie is, zoals bij alle besluiten van deze regering, niet mogelijk. De dag nadat Matolcsy zijn plan bekend had gemaakt, had hij een ontmoeting met leiders van pensioenfondsen en andere hoge pieten uit de financiële wereld. Daar las hij nog eens zijn verklaring voor, en dat was het. Ruimte voor vragen of opmerkingen was er niet. Alleen het parlement zou er nog een stokje voor kunnen steken, want dat moet er nog over stemmen. Maar dat het tegenstemt, is tamelijk onwaarschijnlijk. Fidesz-parlementariërs hebben het er al over dat ze "de pensioenen juist veiligstellen".
De regering wil het geld van de private fondsen gebruiken om het begrotingstekort te bestrijden. Met het geld wordt de Hongaarse schatkist in een klap zo'n 2700 miljard forint (10 miljard euro, pakweg 10 procent van Hongarije's jaarlijkse brutto nationaal product) rijker en heeft het land in plaats van een begrotingstekort een begrotingsoverschot van 7 procent.
Hoezo, Hongarije in het rijtje van Ierland en Portugal? Welk Europees land kan zich beroemen op een begrotingsoverschot van 7 procent? En een leuk extraatje: de Hongaarse pensioenfondsen hebben een groot deel van hun geld in staatsobligaties belegd. Als de staat die obligaties terugkrijgt (en hoe moeten de fondsen hun geld anders aan de overheid geven?), is Hongarije ook nog eens een hoop schulden kwijt.
Het is een gok, en een forse ook. De nationale en internationale reacties zijn buitengewoon negatief. De forint daalde behoorlijk in waarde, een teken dat de internationale markten weinig vertrouwen hebben in het plan. En onder de 3 miljoen pensoendeelnemers die hun private spaarpotje plots naar de staat zien verdwijnen, zitten heel wat Fideszstemmers. Als die zich niet laten overtuigen door de verhalen dat ze eigenlijk beter worden van deze stap, kan het de regering behoorlijk wat populariteit kosten. De Hongaarse vakbonden hebben voor komende week al demonstraties aangekondigd.
Aan de andere kant: de volgende verkiezingen zijn ver weg, en met een begrotingoverschot van zeven miljard kun je leuke dingen voor de mensen doen. En je kunt het nemen van vervelende maatregelen, zoals het verhogen van de pensioengerechtigde leeftijd, of het bezuinigen op het ambtenarenapparaat en het reorganiseren van de gezondheidszorg, of andere noodzakelijke besluiten, uitstellen tot de bodem van de schatkist weer in zicht komt. Wat, als de regering die maatregelen niet neemt, zonder enige twijfel een keer gebeurt. Ook Argentinië bleek uiteindelijk niet uit de problemen te zijn.
Maar als deze goocheltruc met geld wel goed uitpakt, kan premier Orbán er over 3,5 jaar mee pronken Hongarije uit de financiële problemen te hebben geholpen. Tegen die tijd zijn de mensen mogelijk weer vergeten dat ze die oplossing uit eigen spaarpot hebben betaald. Want dat is het mooie van pensioenpremies: alleen degenen die dicht bij hun pensioen staan, realiseren zich dat het echt om hun geld gaat. En die mensen zullen hun pensioen voorlopig wel krijgen.
Voor dertigers, die straks echt met de problemen van de vergrijzing te maken krijgen, is het pensioen nog zo ver weg dat het toch vooral om virtuele centjes gaat. Het is een gok, maar zolang mensen de komende weken niet massaal de straat opgaan om te protesteren, is er een behoorlijke kans dat Orbán met deze goocheltruc wegkomt.
In mijn stoutste dromen had ik niet kunnen voorzien dat er pakweg een decennium later een regering aan de macht zou komen die er niet voor schroomt om die pensioenfondsen simpelweg te nationaliseren, net zoals Argentinië in 2008 deed om een bankroet van dat land te voorkomen.
Dat de regering Orbán lekkerbekkend naar de miljarden in de private pensioenfondsen keek, was al langer duidelijk. Een paar weken geleden kregen de deelnemers aan die fondsen te horen dat de regering hun premie de komende veertien maanden zou 'lenen' om gaten in de begroting te dichten. Dat geld zou ter zijner tijd terug worden betaald, werd erbij gezegd.
Maar al snel werd duidelijk dat de regering eigenlijk veel meer wilde. Afschaffing van de private pensioenfondsen was het uiteindelijke doel. De afgelopen weken werd flink gelobbyd om mensen ervan te overtuigen naar het staatssysteem over te stappen. De hoop was duidelijk dat het overgrote deel van de deelnemers aan private pensioenfondsen dat vrijwillig zou doen. Maar blijkbaar is het vertrouwen van jonge Hongaren in de houdbaarheid van het staatssysteem niet erg groot, want afgelopen weer bleek uit een opiniepeiling dat slechts iets van een derde van de werknemers vrijwillig uit de private pensioenfondsen zal stappen.
Dat was voor de regering niet genoeg, en prompt kwam minister van economische zaken György Matolcsi met een groot konijn uit de hoed: werknemers houden de vrijheid om bij een privaat pensioenfonds te blijven, maar wie besluit dat daadwerkelijk te doen, verspeelt tot in de eeuwigheid zijn recht op een staatspensioen. Let wel: iedere Hongaar betaalt via de werkgeversbijdrage hoe dan ook mee aan de staatspensioenen en is voor zijn uiteindelijke pensioen ook deels afhankelijk van de staat.
De 'vrijheid om te kiezen' is dus de vrijheid om het grootste deel van je pensioen te verspelen. Dan stap je wel 'vrijwillig' over. "De keuze van de regering is helemaal geen keuze. Het is kiezen tussen twee dingen terwijl je een pistool tegen je slaap gedrukt krijgt," aldus Julianna Bába, voorzitter van de Vereniging van Stabiliteitsfondsen, die de pensioenfondsen vertegenwoordigt.
Discussie over de kwestie is, zoals bij alle besluiten van deze regering, niet mogelijk. De dag nadat Matolcsy zijn plan bekend had gemaakt, had hij een ontmoeting met leiders van pensioenfondsen en andere hoge pieten uit de financiële wereld. Daar las hij nog eens zijn verklaring voor, en dat was het. Ruimte voor vragen of opmerkingen was er niet. Alleen het parlement zou er nog een stokje voor kunnen steken, want dat moet er nog over stemmen. Maar dat het tegenstemt, is tamelijk onwaarschijnlijk. Fidesz-parlementariërs hebben het er al over dat ze "de pensioenen juist veiligstellen".
De regering wil het geld van de private fondsen gebruiken om het begrotingstekort te bestrijden. Met het geld wordt de Hongaarse schatkist in een klap zo'n 2700 miljard forint (10 miljard euro, pakweg 10 procent van Hongarije's jaarlijkse brutto nationaal product) rijker en heeft het land in plaats van een begrotingstekort een begrotingsoverschot van 7 procent.
Hoezo, Hongarije in het rijtje van Ierland en Portugal? Welk Europees land kan zich beroemen op een begrotingsoverschot van 7 procent? En een leuk extraatje: de Hongaarse pensioenfondsen hebben een groot deel van hun geld in staatsobligaties belegd. Als de staat die obligaties terugkrijgt (en hoe moeten de fondsen hun geld anders aan de overheid geven?), is Hongarije ook nog eens een hoop schulden kwijt.
Het is een gok, en een forse ook. De nationale en internationale reacties zijn buitengewoon negatief. De forint daalde behoorlijk in waarde, een teken dat de internationale markten weinig vertrouwen hebben in het plan. En onder de 3 miljoen pensoendeelnemers die hun private spaarpotje plots naar de staat zien verdwijnen, zitten heel wat Fideszstemmers. Als die zich niet laten overtuigen door de verhalen dat ze eigenlijk beter worden van deze stap, kan het de regering behoorlijk wat populariteit kosten. De Hongaarse vakbonden hebben voor komende week al demonstraties aangekondigd.
Aan de andere kant: de volgende verkiezingen zijn ver weg, en met een begrotingoverschot van zeven miljard kun je leuke dingen voor de mensen doen. En je kunt het nemen van vervelende maatregelen, zoals het verhogen van de pensioengerechtigde leeftijd, of het bezuinigen op het ambtenarenapparaat en het reorganiseren van de gezondheidszorg, of andere noodzakelijke besluiten, uitstellen tot de bodem van de schatkist weer in zicht komt. Wat, als de regering die maatregelen niet neemt, zonder enige twijfel een keer gebeurt. Ook Argentinië bleek uiteindelijk niet uit de problemen te zijn.
Maar als deze goocheltruc met geld wel goed uitpakt, kan premier Orbán er over 3,5 jaar mee pronken Hongarije uit de financiële problemen te hebben geholpen. Tegen die tijd zijn de mensen mogelijk weer vergeten dat ze die oplossing uit eigen spaarpot hebben betaald. Want dat is het mooie van pensioenpremies: alleen degenen die dicht bij hun pensioen staan, realiseren zich dat het echt om hun geld gaat. En die mensen zullen hun pensioen voorlopig wel krijgen.
Voor dertigers, die straks echt met de problemen van de vergrijzing te maken krijgen, is het pensioen nog zo ver weg dat het toch vooral om virtuele centjes gaat. Het is een gok, maar zolang mensen de komende weken niet massaal de straat opgaan om te protesteren, is er een behoorlijke kans dat Orbán met deze goocheltruc wegkomt.
Reacties