Posts

Posts uit juni, 2011 tonen

Een Nederlandse bioloog in Hongarije

Afbeelding
Rouwmantel “Kijk, een rouwmantel, een mannetje,” bioloog Rob de Jong stopt de auto en wijst op een vlinder die voor ons boven de weg fladdert, “Die zit hier altijd te wachten op langskomende vrouwtjes.” Als de vlinder neerdaalt, opent hij voorzichtig het portier en instrueert: “Heel langzaam en rustig bewegen.” Zelfs ervaren vlinderaars zijn volgens hem vaak te haastig. Het is een wat rafelig exemplaar, de rouwmantel overwintert als vlinder en deze heeft er al haast een jaar opzitten. “Heel wat vlinderliefhebbers zouden hier vreselijk jaloers op zijn. Een rouwmantel zie je in Nederland bijna nooit,” zegt De Jong. Even verderop ligt er een esculaapslang voor ons op de weg in het zonnetje. Prachtig, zegt De Jong, al bekent hij dat hij er een gespleten verhouding met de slang heeft: “We hebben ze ook in de tuin, op zich natuurlijk geweldig, maar ze klimmen de bomen in om nesten leeg te roven en dat vind ik minder leuk.” Een bioloog is ook maar een mens. Sinds dertien jaar runt De Jong sam

Hongarije voert hamburgerbelasting in

De hamburgertax heet hij in de volksmond, maar hamburgers schijnen er uiteindelijk niet onder te gaan vallen, Desondank,: vanaf september krijgt Hongarije een wereldprimeur: een belasting op ongezond eten. Voedingsmiddelen met een hoog vet-, zout- of suikergehalte worden in toekomst extra belast. Hoeveel, dat hangt ervan af hoe ongezond het product is. Een fles cola, voor veel ouders het symbool van alle kwaad op voedselgebied, wordt per liter waarschijnlijk iets van 10 forint, 10 cent, duurder, maar voor een blikje energiedrank moet je in toekomst diep in de buidel tasten, met een belastingopslag 400 forint (1,5 euro). Het geld schijnt bestemd te zijn voor de noodlijdende Hongaarse gezondheidszorg. Daarnaast moet de belasting mensen bewust maken welke levensmiddelen ongezond zijn. Koekjes, kaas, roomijs en chips, ze moeten er allemaal aan geloven, net als pakjes soep: te zout. Er is een goede reden om de belasting in te voeren: Hongaren eten niet erg gezond. Gemiddeld werken Hongaren

Esztergom, een Hongaars koningsdrama

Afbeelding
 Éva Tetényi Afgelopen december ging in de Hongaarse stad Esztergom letterlijk het licht uit nadat de rekeningen voor de straatverlichting al maanden niet waren betaald. Het ophalen van huisvuil, het onderhoud van parken en speelplaatsen, de reparatie van gaten in het wegdek en kapotte trottoirs; de stad heeft er geen geld meer voor. Ook het voortbestaan van de plaatselijke busdienst, het onderwijs en het ziekenhuis worden bedreigd. Acht jaar bestuur door het rechts-populistische Fidesz hebben Esztergom aan de rand van de afgrond gebracht. En de wijze waarop diezelfde partij sinds de afgelopen oktober de gekozen nieuwe en onafhankelijke burgemeester tegenwerkt, betekent mogelijk het laatste zetje. Een locaal koningsdrama met nationale betekenis. Het dagelijkse gevecht met de Fidesz fractie in de gemeenteraad en met haar voorganger als burgemeester, Fidesz leider Tamás Meggyes, wordt haar soms haast te veel, bekent de frêle ogende nieuwe burgemeester van de stad Esztergom, Éva Tetényi.

Voorouderlijke graven

Hongaren verhuizen niet graag. Misschien wel naar een grotere woning in de volgende straat, maar naar een andere plaats? Weg van de familie? Als het even kan, liever niet. Familiebanden zijn heilig. Een buitenlands bandenbedrijf in Hongarije haalde ooit werknemers van over de grens, omdat ze mensen uit Oost-Hongarije, waar de werkloosheid enorm is, niet konden overhalen om naar het westen te verhuizen. Nu dacht ik altijd dat het om levende familie ging, hoewel ik weet dat de zorg voor de doden in Hongarije aanzienlijk verder gaat dan in Nederland. Dat je het graf van je moeder jaren niet zou bezoeken (als je het nog weet te vinden) is in Hongarije praktisch ondenkbaar. Iedereen gaat op zijn minst rond 1 november een keer op bezoek bij de overleden dierbaren. En als het even kan ook bij de verjaardag, sterfdag en andere belangrijke momenten. Maar afgelopen week las ik een verhaal over het dorp Rajka, aan de grens met Slowakije. Rajka, dat op een kwartier rijden van de Slowaakse hoofdsta

De smaak van aardbeien

Toen we in 1990 naar Hongarije verhuisden, vroegen gasten vaak uit of ze uit Nederland noodzakelijke producten als koffie mee moesten nemen. Overbodig, want ook onder het communisme had Hongarije geen tekort aan levensmiddelen aan levensmiddelen gekend. Wel was het aanbod in de winkels eenzijdiger dan we gewend waren. Vooral in de winter, als de groentewinkels niet veel meer in de aanbieding hadden dan kool en penen, en af en toe werkelijk peperdure geïmporteerde tomaten, was het, voor ons gevoel althans, behelpen. Zeker tegen de lente. Zo in maart zagen de kolen er niet meer uit, waren de aardappels ernstig verschrompeld en de uien een soort zachte pulp. Dan waren de eerste verse groenten echt een feest. Daar stond wat tegenover. In de loop van het voorjaar vulden de groentenstalletjes zich enorme bergen aardbeien, tomaten, kersen, nieuwe aardappels en lenteuien. Komend uit een land waar je het hele jaar door tomaten kon krijgen, maar waar die tomaten ook het hele jaar kraak noch smaa

Brandende metrokwesties

Pakweg een jaar geleden kondigde de Hongaarse Nationale Transport Autoriteit aan dat de nieuwe metrovoertuigen die de gemeente Boedapest bij de Franse firma Alstom had besteld, niet aan de Hongaarse veiligheidsvoorschriften voldeden en daarom niet toegelaten zouden worden in het Boedapester metrosysteem. Vooral het remsysteem zou niet deugen. Dezelfde voertuigen van Alstom rijden overal in de wereld rond en voldoen aan alle Europese eisen, maar blijkbaar liggen de Hongaarse een stuk hoger. Een veilig gevoel, toch? De gemeente wilde prompt van het hele contract met de Franse producent af en begon zelfs een proces om de aanbetaling van 108 miljoen euro terug te krijgen. Tevergeefs. Een Franse rechtbank gaf Alstom gelijk. Pakweg twee maanden geleden brandde er in Boedapest een metrostel uit. Geen Alstom-trein, maar een 35-jaar oud Russisch model. En toen nog een. En nog een. In het totaal braken er vijf branden uit, voordat het Boedapester openbaar vervoer bedrijf  BKV contact opnam met d