De smaak van aardbeien
Toen we in 1990 naar Hongarije verhuisden, vroegen gasten vaak uit of ze uit Nederland noodzakelijke producten als koffie mee moesten nemen. Overbodig, want ook onder het communisme had Hongarije geen tekort aan levensmiddelen aan levensmiddelen gekend.
Wel was het aanbod in de winkels eenzijdiger dan we gewend waren. Vooral in de winter, als de groentewinkels niet veel meer in de aanbieding hadden dan kool en penen, en af en toe werkelijk peperdure geïmporteerde tomaten, was het, voor ons gevoel althans, behelpen. Zeker tegen de lente. Zo in maart zagen de kolen er niet meer uit, waren de aardappels ernstig verschrompeld en de uien een soort zachte pulp. Dan waren de eerste verse groenten echt een feest.
Daar stond wat tegenover. In de loop van het voorjaar vulden de groentenstalletjes zich enorme bergen aardbeien, tomaten, kersen, nieuwe aardappels en lenteuien. Komend uit een land waar je het hele jaar door tomaten kon krijgen, maar waar die tomaten ook het hele jaar kraak noch smaak hadden, waren de Hongaarse waren een ontdekking. Zoete aardbeien met smaak, even zoete tomaten, stapels dikke, witte asperges, geweldige watermeloenen die de winkeliers 's avonds afgedekt door een doek gewoon op straat lieten liggen, het was een overdaad aan kleur en smaak die het schaarse aanbod in de winter aardig compenseerde.
Nog steeds koop ik trouw, en gewoontegetrouw meestal Hongaarse tomaten. En een buitenlandse aardbei zul je me ook niet zien kopen, de Spaanse en Griekse import oogt prachtig, maar smaakt nergens naar.
De seizoenen zijn inmiddels ook in Hongarije vervaagd, en tomaten in de winter zijn al lang geen uitzondering meer. Dat is fijn als je niet echt dol bent op kool, maar er hangt een prijskaartje aan: wat we aan aanbod hebben gewonnen, hebben we aan smaak ingeleverd. Per slot van rekening hangt de smaak van een tomaat voor een groot deel af van de soort, en blijkbaar zijn er steeds meer telers die kiezen voor types die weliswaar veel opleveren, maar dat niet naar zoveel smaken. De laatste keer dat ik echt een lekkere tomaat heb gegeten, kwam hij uit mijn eigen tuin. Die staat dit jaar dan ook vol met tomatenplanten.
Vorig jaar vreesde ik even dat het met de Hongaarse aardbeien dezelfde kant opging. Maar dat zal aan het slechte weer gelegen hebben, want dezer weken ligt de markt vol met aardbeien zoals ik ze me van 21 jaar geleden herinner: rijp, zoet, sappig en smakelijk. De zomerkoninkjes, ze zijn er weer. Gelukkig.
Wel was het aanbod in de winkels eenzijdiger dan we gewend waren. Vooral in de winter, als de groentewinkels niet veel meer in de aanbieding hadden dan kool en penen, en af en toe werkelijk peperdure geïmporteerde tomaten, was het, voor ons gevoel althans, behelpen. Zeker tegen de lente. Zo in maart zagen de kolen er niet meer uit, waren de aardappels ernstig verschrompeld en de uien een soort zachte pulp. Dan waren de eerste verse groenten echt een feest.
Daar stond wat tegenover. In de loop van het voorjaar vulden de groentenstalletjes zich enorme bergen aardbeien, tomaten, kersen, nieuwe aardappels en lenteuien. Komend uit een land waar je het hele jaar door tomaten kon krijgen, maar waar die tomaten ook het hele jaar kraak noch smaak hadden, waren de Hongaarse waren een ontdekking. Zoete aardbeien met smaak, even zoete tomaten, stapels dikke, witte asperges, geweldige watermeloenen die de winkeliers 's avonds afgedekt door een doek gewoon op straat lieten liggen, het was een overdaad aan kleur en smaak die het schaarse aanbod in de winter aardig compenseerde.
Nog steeds koop ik trouw, en gewoontegetrouw meestal Hongaarse tomaten. En een buitenlandse aardbei zul je me ook niet zien kopen, de Spaanse en Griekse import oogt prachtig, maar smaakt nergens naar.
De seizoenen zijn inmiddels ook in Hongarije vervaagd, en tomaten in de winter zijn al lang geen uitzondering meer. Dat is fijn als je niet echt dol bent op kool, maar er hangt een prijskaartje aan: wat we aan aanbod hebben gewonnen, hebben we aan smaak ingeleverd. Per slot van rekening hangt de smaak van een tomaat voor een groot deel af van de soort, en blijkbaar zijn er steeds meer telers die kiezen voor types die weliswaar veel opleveren, maar dat niet naar zoveel smaken. De laatste keer dat ik echt een lekkere tomaat heb gegeten, kwam hij uit mijn eigen tuin. Die staat dit jaar dan ook vol met tomatenplanten.
Vorig jaar vreesde ik even dat het met de Hongaarse aardbeien dezelfde kant opging. Maar dat zal aan het slechte weer gelegen hebben, want dezer weken ligt de markt vol met aardbeien zoals ik ze me van 21 jaar geleden herinner: rijp, zoet, sappig en smakelijk. De zomerkoninkjes, ze zijn er weer. Gelukkig.
Reacties