Demonstratieperikelen
Als oppositiebeweging demonstreren is niet meer echt simpel in Hongarije. Een paar weken geleden dreigde een demonstratie van de oppositie op een zaterdagmiddag op het Kossuth tér, het plein voor het parlement, verboden te worden door de politie. Argument: zo'n demonstratie zou het werk van de afgevaardigden storen. Dat heb ik de huidige regeringspartij Fidesz nou nooit horen zeggen toen ze in 2006 wekenlang deelnam aan een onafgebroken demonstratie tegen de toenmalige premier Gyurcsány op datzelfde Kossuth tér.
Demonstreren bij het parlement heeft uiteraard tot doel om de aandacht van de politici te trekken. Het idee dat je hen niet mag lastigvallen met oppositie-ideeën is natuurlijk van den gekke. Maar los daarvan: op zaterdag in het Hongaarse parlement niet echt hard gewerkt. Toen het de politie duidelijk werd die smoes dan ook wel erg doorzichtig was, kwam het volgende argument ter tafel: in een museum op het plein zou die dag een of andere wedstrijd plaatsvinden, en die zou gestoord worden door de demonstratie. De rechter moest eraan te pas komen om de gezagsdragers tot inkeer te laten komen.
Voor komende zondag, 23 oktober, de herdenking van de Hongaarse opstand van 1956, heeft een aantal oppositieorganisaties opnieuw een demonstratie aangekondigd, dit maal, heel toepasselijk, op de Straat van de Persvrijheid. Voor wie Boedapest kent en toch geen idee heeft waar die zich bevindt: het is een klein stuk straat aan de Pest-zijde van de Erzsébetbrug, dat na een paar honderd meter overgaat in de Kossuth Lajos út.
Die demonstratieplannen waren al wekenlang bekend, toen regeringspartij Fidesz verklaarde dat ze ook wilde gaan demonstreren, voor de regering uiteraard, en wel min of meer op dezelfde plek, namelijk op de Kossuth Lajos út zelf. Daarbij zou ook herdacht worden dat demonstranten van Fidesz tijdens die eindeloze reeks demonstraties in 2006 op zeker moment verwikkeld raakten in rellen tussen extreemrechts en de politie. Daarbij werd onder meer een parlementariër door de politie mishandeld. Niet fraai, maar de toenmalige oppositiepartij was vooraf dringend gevraagd haar demonstratie niet op die plek te organiseren, omdat dit soort problemen gezien de rellerige sfeer in de stad waren te voorzien. Fidesz hield destijds vast aan de geplande plek en verwijt de politie sindsdien overmatig hard optreden. Er wordt zelfs over gedacht om Gyurcsány nu aan te klagen wegens zijn verantwoordelijkheid bij het 'overmatige geweld'.
Een pro- en een antiregeringsdemonstratie pal naast elkaar, dat kan natuurlijk niet. Dat vraagt haast om een herhaling van vijf jaar geleden, en dat wilde de politie uiteraard niet. Die haalde organisatoren van beide demonstraties bij elkaar, maar toen Fidesz beweerde geen idee te hebben van het feit dat de oppositie al weken eerder een demonstratie had aangekondigd en weigerde ergens anders heen te gaan, leek er een patstelling te ontstaan. Als politie zeg je niet zomaar tegen de regeringspartij dat ze elders moet gaan demonstreren, dat is duidelijk. Althans niet in Hongarije. Uiteindelijk koos de oppositie eieren voor haar geld en zei toe haar demonstratie te verplaatsen, zodat de pro-regeringsdemonstratie ongestoord kon plaatsvinden.
Dezer dagen werd bekend dat alle commotie over de demonstraties om niet was. Fidesz ziet van zijn manifestatie af. De reden? Premier Orbán, die de belangrijkste spreker had moeten zijn, moet die dag in Brussel het Europese crisisberaad bijwonen.Ik ben het er geheel mee eens dat dat voorrang heeft. Maar dat je niet voor de regering zou kunnen demonstreren als je de premier niet kunt toejuichen, verbaast me toch een beetje.
Demonstreren bij het parlement heeft uiteraard tot doel om de aandacht van de politici te trekken. Het idee dat je hen niet mag lastigvallen met oppositie-ideeën is natuurlijk van den gekke. Maar los daarvan: op zaterdag in het Hongaarse parlement niet echt hard gewerkt. Toen het de politie duidelijk werd die smoes dan ook wel erg doorzichtig was, kwam het volgende argument ter tafel: in een museum op het plein zou die dag een of andere wedstrijd plaatsvinden, en die zou gestoord worden door de demonstratie. De rechter moest eraan te pas komen om de gezagsdragers tot inkeer te laten komen.
Voor komende zondag, 23 oktober, de herdenking van de Hongaarse opstand van 1956, heeft een aantal oppositieorganisaties opnieuw een demonstratie aangekondigd, dit maal, heel toepasselijk, op de Straat van de Persvrijheid. Voor wie Boedapest kent en toch geen idee heeft waar die zich bevindt: het is een klein stuk straat aan de Pest-zijde van de Erzsébetbrug, dat na een paar honderd meter overgaat in de Kossuth Lajos út.
Die demonstratieplannen waren al wekenlang bekend, toen regeringspartij Fidesz verklaarde dat ze ook wilde gaan demonstreren, voor de regering uiteraard, en wel min of meer op dezelfde plek, namelijk op de Kossuth Lajos út zelf. Daarbij zou ook herdacht worden dat demonstranten van Fidesz tijdens die eindeloze reeks demonstraties in 2006 op zeker moment verwikkeld raakten in rellen tussen extreemrechts en de politie. Daarbij werd onder meer een parlementariër door de politie mishandeld. Niet fraai, maar de toenmalige oppositiepartij was vooraf dringend gevraagd haar demonstratie niet op die plek te organiseren, omdat dit soort problemen gezien de rellerige sfeer in de stad waren te voorzien. Fidesz hield destijds vast aan de geplande plek en verwijt de politie sindsdien overmatig hard optreden. Er wordt zelfs over gedacht om Gyurcsány nu aan te klagen wegens zijn verantwoordelijkheid bij het 'overmatige geweld'.
Een pro- en een antiregeringsdemonstratie pal naast elkaar, dat kan natuurlijk niet. Dat vraagt haast om een herhaling van vijf jaar geleden, en dat wilde de politie uiteraard niet. Die haalde organisatoren van beide demonstraties bij elkaar, maar toen Fidesz beweerde geen idee te hebben van het feit dat de oppositie al weken eerder een demonstratie had aangekondigd en weigerde ergens anders heen te gaan, leek er een patstelling te ontstaan. Als politie zeg je niet zomaar tegen de regeringspartij dat ze elders moet gaan demonstreren, dat is duidelijk. Althans niet in Hongarije. Uiteindelijk koos de oppositie eieren voor haar geld en zei toe haar demonstratie te verplaatsen, zodat de pro-regeringsdemonstratie ongestoord kon plaatsvinden.
Dezer dagen werd bekend dat alle commotie over de demonstraties om niet was. Fidesz ziet van zijn manifestatie af. De reden? Premier Orbán, die de belangrijkste spreker had moeten zijn, moet die dag in Brussel het Europese crisisberaad bijwonen.Ik ben het er geheel mee eens dat dat voorrang heeft. Maar dat je niet voor de regering zou kunnen demonstreren als je de premier niet kunt toejuichen, verbaast me toch een beetje.
Reacties