Wat moet Veronika als Bálint naar het buitenland gaat?
“Bálint gaat naar het buitenland,” verzucht Veronika néni. Haar kleinzoon, een gediplomeerde tegelzetter, heeft van zijn baas het aanbod gekregen om een aantal maanden op een project in Nederland of Duitsland te gaan werken. De jongen haalde twee jaar geleden zijn diploma, maar van zijn salaris, iets meer dan 300 euro per maand, valt ook in Hongarije niet te leven. De Hongaarse bouw ligt volkomen stil, zeker in de arme provincie Nógrád waar de familie woont. Hij mag blij zijn dat deze gelegenheid zich voordoet. Voor Veronika betekent zijn vertrek meer dan gewoon een kleinzoon die weggaat. Bálint is de steun en toeverlaat van zijn grootouders. Hij was het die afgelopen voorjaar hun stukje land heeft omgeploegd, hij heeft geholpen met het opstapelen van de enorme stapel stookhout op hun hof, hij springt in bij al het zware werk dat zijn grootvader, die twee jaar geleden een deel van zijn voet kwijtraakte wegens adervernauwing, niet meer zelf kan doen. Op Veronika’s koelkast hangt een koe