Een snuifje slechte oude tijd

De inwoners van Csókakő, een klein dorpje noordelijk van het Hongaarse Balatonmeer, hadden zaterdagochtend het gevoel dat slechte oude tijden herleefden: hun dorp bleek sinds middernacht door de politie geheel van de buitenwereld te zijn afgegrendeld. Tientallen politiewagens en honderden agenten hielden iedereen tegen die niet in het dorp thuishoorde. Zelfs een wandelpad werd geblokkeerd.

Ook een enkele dorpeling die toevallig zonder identiteitsbewijs het bos in was gegaan, mocht niet naar huis terug. Volgens burgemeester György Fűrész zaten veel inwoners van het 1200 zielen tellende dorpje met de schrik in het lijf thuis.

 „Verdenking van een misdrijf,” was het enige waarmee een politiewoordvoerder deze overmacht motiveerde. In eerste instantie waren er speculaties in verband met een drugszaak elders in de regio, al leek zoveel politieovermacht daarvoor toch wat overdreven. Bij een moord komen ze met aanzienlijk minder, merkte de burgemeester wat zuur op.

De verklaring kwam uit onverwachte hoek: van de extremistische Jobbik. Die meldde dat de politiemacht op de been was om te verhinderen dat de verboden Hongaarse Garde  in Csókakő  130 nieuwe leden zou beëdigen. Het dorpje staat bekend om twee zaken: de fraaie burchtruïne op een naburige heuveltop en het standbeeld van de vooroorlogste Hongaarse leider en Hilter-bondgenoot Miklós Horthy dat enkele maanden geleden werd opgericht op het lokale Groot-Hongarijeplein. Extreemrechts kan op warme sympathie rekenen bij veel dorpelingen.

Inderdaad beëdigde de Garde zaterdag 130 nieuwe leden, maar niet in Csókakő. Die ceremonie vond ongestoord op een geheime plek plaats. Gelijktijdig demonstreerden gardisten en diverse andere extreemrechtse organisaties openlijk in Boedapest om te vieren dat de garde vijf jaar geleden werd opgericht. De politie had weliswaar geprobeerd deze demonstratie te verhinderen met verkeershinder als argument. Maar een verbod om die reden was door de rechter van tafel geveegd. Niet voor het eerst trouwens: ook de Boedapester Gay Pride probeerde de politie te vergeefs met hetzelfde argument tegen te houden.

Volgens Kuruc, een extremistische website, was het allemaal opzet. De „honden van Pintér” (de Hongaarse minister van binnenlandse zaken) zijn, aldus Kuruc, braaf in de geruchten over Csókakő getrapt die expres waren verspreid zodat de beëdiging elders zonder problemen zou plaatsvinden.

De Hongaarse politie heeft nog steeds geen officiële verklaring voor haar optreden gegeven. Ze heeft verder laten weten dat een nadere verklaring niet zal volgen. Ook dat doet een beetje denken aan de herleving van communistische tijden, toen de politie nooit publieke verantwoording hoefde af te leggen.