Vrijwilligerswerk
Engelse vrijwillgers aan het werk |
Engeland drijft op vrijwilligers. Je komt ze overal tegen. Ieder landhuis dat zijn deuren heeft opgesteld voor bezoekers wemelt van de vriendelijke dames en heren allesw van het huis afweten en je er graag over vertellen. Ook het theehuis en de museumwinkel worden veelal bemand door mannen en vrouwen met op hun borst een button met 'volunteer' die, vaak met opmerkelijke stunteligheid, zorgen voor de scones en worstelen met de electronische kassa.
Bij natuurparken staan enthousiaste vrijwilligers klaar om uitleg te geven over de natuurverschijnselen om je heen, en vind je boekenkasten met tweedehands natuurgidsen, afkomstig van een of andere goede gever die de opbrengst van de verkoop van die boeken bestemd heeft als bijdrage voor het onderhoud van het natuurgebied. Heel wat scholen maken dankbaar gebruik van vrijwilligers voor naschoolse activiteiten, handenarbeidlessen en leeslessen.
Uiteraard kom je ook in Hongarije wel vrijwilligerswerk tegen. Ik heb ooit meegedaan aan een actie om een bosgebied in de buurt van Boedapest te ontdoen van de werkelijk schokkende hoeveelheid troep die zich tussen het lover verborg, tot en met een oude Trabant aan toe. Ook dorpen organiseren af en toe zulke schoonmaakacties, waarbij de hele bevolking meedoet. Met name buitenlandse bedrijven stimuleren hun personeel ook steeds vaker om iets aan vrijwilligerswerk te doen.
Maar het is geen echte traditie. En dat is niet zo gek, want in de jaren van het communisme werd het hardhandig tegengewerkt. Aan de ene kant eiste de partij weliswaar 'vrijwilligerswerk'. Maar daar was weinig vrijwilligs aan was: onder leiding van een gestaald kader verplicht-vrijwillig bepaalde klussen uitvoeren leidt er niet toe dat dat soort activiteiten populair worden.
Aan de andere kant werd echt vrijwilligerswerk door de partijleiding met wantrouwen bekeken. Ooit hoorde ik een verhaal van iemand die in een van die enorme hoogbouwwijken in Boedapest woonde. Zoals dat gaat in dat soort wijken waar niemand zich verantwoordelijk voelt voor de omgeving: bij de ingang en om de flats was het een zootje. Een aantal bewoners besloot dat daar iets aan gedaan moest worden. Ze plakten posters op om mensen op te roepen op een zekere dag gezamenlijk de wijk schoon te maken. Prompt kregen ze de geheime dienst op hun dak: een initiatief om buiten controle van de partij om iets in groepsverband te organiseren werd niet gewaardeerd.
Als het aan de regering ligt, gaat er wel iets veranderen aan de instelling van Hongaren tegenover vrijwilligerswerk. Vanaf 2016 kunnen leerlingen alleen hun eindexamen halen als ze vijftig uur vrijwillig ergens actief zijn geweest. In Engeland bestaat zo'n verplichting al, maar wat het effect in Hongarije wordt, valt te bezien. De kans bestaat uiteraard dat die exameneis een beetje dezelfde kwade reuk krijgt als het verplichte vrijwilligerswerk in communistische tijden.
Meer vrijwilligerswerk betekent ook dat de mentaliteit in instellingen moet veranderen. Als je vrijwilligers, en zeker jongeren, enthousiast wilt houden, moet je je voor hen openstellen. Werknemers in Hongarije doen vaak simpelweg wat hen gezegd wordt, omdat ze hebben geleerd dat dat de veiligste weg is om geen problemen te krijgen met hun baas. Een vrijwilliger komt niet omdat hij zijn brood moet verdienen, maar omdat hij het leuk vindt om te doen. En hij blijft alleen komen als hij enthousiast is. Die laat zich in veel gevallen niet commanderen, maar wil zelf ook iets te zeggen hebben over zijn werk. Voor je het weet, krijg je te maken met mensen die voor hun mening uitkomen. De communisten wisten wel, waarom ze vrijwilligers wantrouwden.
Reacties