Ooit had je Joegoslavië...en nu Oekraïne
Ex-Joegoslavië, Vukovar, 1991 |
Dat verhaal vertelde een vrouw uit de Bosnische Zvornik me ergens in het voorjaar van 1992. Maar vervang moslim en Serviër door Oekraïner en Rus, en haar verhaal zou willekeurig waar op de Krim of in het oosten van Oekraïne kunnen plaatsvinden.
Toen de moslims uit Zvornik vluchtten, was de burgeroorlog in Bosnië in het stadium dat iedereen het nog had over "een dreigende burgeroorlog", over "bestanden"en "overeenkomsten" en vooral over "vreedzame oplossingen", wat ik altijd wat bizarre term vind in situaties waarin de ene dode na de andere valt. Een jaar eerder had ik het hele proces al een keer gadegeslagen in Kroatië en ik maakte me weinig illusies. En helaas, de parallellen met Oekraïne zijn overweldigend.
Het is hetzelfde explosieve mengsel van toen. Op de achtergrond een buurland met een sterke man, de Servische leider Slobodan Milosevic destijds, Vladimir Putin nu, die dankbaar de nationalische vlam aanwakkert om zijn eigen machtspositie te versterken en economische problemen thuis te verhullen. Dan zijn bevolkingsgroepen die elkaar altijd al gewantrouwd hebben en daarom makkelijk tegen elkaar op te stoken zijn. Dat geheel wordt overgoten door een saus van schimmige historische leugens en halve waarheden die erin gaan als pap bij mensen die vaak hooguit twee generaties geleden hebben meegemaakt hoe wreed het leven kan zijn.
Zowel in Joegoslavië als in de (voormalige) Sovjet-Unie heeft het communisme tevergeefs geprobeerd die historische tegenstellingen tussen bevolkingsgroepen te begraven onder een ideologische deken in plaats van, zoals in Duitsland in de laatste decennia gebeurd is, openlijk en zelfkritisch over dat verleden te praten. Als niemand een natie ooit leert dat niet alles wat in de geschiedenis gebeurd is, de schuld van een ander is, is het erg makkelijk om oude vijandsbeelden nieuw leven in te blazen.
Zoals de Russische milities hun daden nu verdedigen met de bewering dat de anderen komen om hen te vermoorden, zo stond ooit een jonge soldaat van de JNA, het Joegoslavische leger, naast me te kijken naar de ravage die zijn eenheid net over de Kroatische grens had aangericht. Hij schudde zijn hoofd: "Het is toch vreselijk wat die Duitse fascisten ons aandoen!" ????? Ach ja, Kroatië was in de Tweede Wereldoorlog een bondgenoot van Duitsland geweest, Duitsland steunde in de jaren negentig de onafhankelijkheid van Kroatië, dus logisch, deze door zijn eigen leger kapotgeschoten dorpen waren de schuld van de Duitse fascisten. Logisch toch?
Het gemak waarmee mensen zich laten meesleuren in zo'n conflict verbijsterde me destijds. De dag voor de oorlog in Bosnië feitelijk begon, zaten we in een café in het Servische deel van Sarajevo. De dag erop zou een referendum worden gehouden over de onafhankelijkheid van het land. De uitslag stond, zoals altijd bij dat soort referenda, feitelijk al lang vast. Het was een kwestie van hoofden tellen. De Servische bevolking was tegen, de moslims en Kroaten waren voor, en de laatste twee vormden samen de meerderheid.
De Servische café-eigenaar had ons net voorgesteld aan een vriend van hem, die Mustafa of zoiets heette. Een moslim dus, en een van zijn oudste vrienden. Wat ze zouden doen als er oorlog kwam? Er kwam geen oorlog, meenden ze. Maar als toch? "Dan schieten we op elkaar," meende de cafébaas schouderophalend en tilde zijn T-shirt op. In zijn broekband zat een pistool. Mustafa knikte bevestigend. "Maar er komt geen oorlog," zeiden ze nog een keer. Een dag later vielen, kort nadat de uitslag van het referendum bekend was geworden, de eerste doden.
Spontaan verschenen overal tot in de tanden gewapende Servische milities. Uiteraard had Belgrado daar niets mee te maken, net zomin als Putin iets afwist van de eenheden die in maart spontaan zwaargewapend in de Krim rondliepen. Een jaar voor het begin van de Bosnische oorlog had ik aan de grens met Kroatië staan toekijken hoe een eindeloze colonne tanks en pantserwagens vanuit Belgrado richting Vukovar reed om daar de lokale Serviërs te verdedigen tot die stad volkomen aan gruzelementen was geschoten.
Maar net als toen de tanks door Bosnië eenmaal inrolden, was er ook bij Vukovar uiteraard geen sprake van Servische agressie, maar slechts van verdediging. Verdediging, dat is het straks uiteraard ook als Russische tanks over de Oekraïnse grens rollen om de lokale Russen te hulp te schieten. Lang duurt dat niet meer, vrees ik. De Russische ambassadeur in Amerika had het al over "catastrofale consequenties" als Kiev verder gaat met zijn militaire acties in het oosten van het land.
En ondertussen is het de kleine man die moet boeten. De gewone Oekraïner, de gewone Rus, de gewone Tartaar, de jood in Odessa die voor de zoveelste keer in zoveel eeuwen de hete adem van het nationalisme in zijn nek voelt, de gewone kleine man die angst heeft, terechte angst, en die daarom vlucht (Europa kan de vluchtelingenkampen alvast openen) of naar wapens grijpt en zich laat gebruiken door mensen die zijn angst uitbuiten. De gewone man die zijn huis vernield ziet, zijn akkers verbrand, zijn koeien geslacht en zijn vrouw en kinderen verkracht en vermoord. Maar ook de gewone man die bereid is zijn buurman te vermoorden, of die door zijn buurman wordt vermoord, omdat nationalisme als virus duizend maal besmettelijker is dan welke vogelgriep dan ook. De Bosniërs likken twee decennia later nog hun wonden.
Reacties