Plagiaat, een Oost-Europese ziekte
Bron: het internet |
Ergens in 1991 had onze Hongaarse buurman een geniaal idee: hij kon voor een zacht prijsje een sokkenbreimachine op de kop tikken en hij wilde achter in zijn schuurtje Adidassokken gaan maken. Toen we hem vertelden dat dat niet zomaar mocht, viel zijn mond open van verbazing. Van merkenbescherming en copyright had hij nooit gehoord.
Die buurman is inmiddels wijzer. Maar in één sector woekert de onkunde over copyright en plagiaat vrolijk verder: het onderwijs. Het wordt de moderne student ook zo makkelijk gemaakt: even googelen, wat knippen en plakken, een paar woorden herschrijven en klaar is je scriptie. Velen realiseren zich nauwelijks dat dat plagiaat is. Behalve in Slowakije. Dankzij de invoering van een centraal controlesysteem waar universiteiten afstudeerscripties en proefschriften moeten laten controleren, is 99 procent van alle Slowaakse studenten zich bewust van het verschijnsel. Slowakije loopt daarmee voorop in heel Europa, maar zeker in de regio. Het overschrijven van andermans werk komt overal voor, maar in het voormalige Oostblok is het een traditie waarvoor weinigen zich schamen.
De Hongaarse oud-president Pál Schmitt moest in 2012 jaar aftreden toen bleek dat hij vrijwel zijn hele proefschrift had gejat van anderen. In datzelfde jaar bleek dat ook de Roemeense premier Viktor Ponta de helft van zijn proefschrift had overgeschreven. Een officiële commissie meende dat hem geen blaam trof: voor een juridisch proefschrift golden volgens hen andere regels. Ponta trad niet af, maar gaf, pas twee jaar later, uiteindelijk wel zijn doctorstitel terug. Niet uit schaamte, maar omdat het aanhoudende debat daarover zijn carrière schaadde. Ponta en Schmitt vinden beiden nog steeds dat ze eigenlijk niets verkeerd hebben gedaan.
Niet alleen politici maken zich schuldig aan plagiaat, wetenschappers net zo hard. In 2009 bleek de vice-decaan van de juridische universiteit in het Tsjechische Pilsen zijn proefschrift geplagieerd te hebben. Maar ach, zijn opponent, de faculteitsdecaan, bleek zijn beoordeling van datzelfde proefschrift net zo goed overgeschreven te hebben.
Nadat het hele bestuur onder mediadruk was afgetreden, liet de nieuwe decaan alle recente dissertaties controleren. Resultaat: een volledig overgeschreven proefschrift, vijf die voor meer dan vijftig procent waren gekopieerd en negen waarvan pakweg een kwart van de tekst plagiaat was. In dezelfde tijd kwam ook nog eens aan het licht dat een opmerkelijk deel van de Tsjechische politici dankzij gekochte examens binnen enkele maanden, in plaats van enkele jaren, een universitair diploma had behaald.
Overschrijven, examens kopen: het past in een onderwijssysteem waarin de nadruk meer traditioneel vooral ligt op het uit het hoofd leren van feiten en niet op het stellen van kritische vragen en het stimuleren van originele gedachten. Plagiaat wordt bevorderd door massale hoorcolleges en docenten die jaar in, jaar uit dezelfde studieopdrachten geven, waardoor je gewoon de scriptie van een ouderejaars kunt gebruiken. De kans dan een Tsjechische, Hongaarse, op Bulgaarse student voor plagiaat gepakt wordt, is gering, zo blijkt uit een studie van de Europese Unie naar academisch plagiaat in de lidstaten. De kans dat hij ervoor bestraft wordt, is nog kleiner. En in veel gevallen bestaat de straf uit niet meer dan een berisping en misschien de opdracht een nieuw werkstuk in te leveren.
De Slowaken bewijzen dat het anders kan. Sinds de universiteiten in 2010 verplicht zijn scripties en proefschriften te laten controleren, weet vrijwel iedereen waarom het gaat en is het aantal gevallen drastisch gedaald. Het Slovaakse Centrum voor Technische en Wetenschappelijke informatie dat verantwoordelijk is voor de controle, won er een prijs van de Europese Commissie voor.
Dat in andere landen veel minder weinig tegen plagiaat wordt gedaan, is niet alleen onwil. Onkunde en geldgebrek spelen een belangrijke rol. Docenten blijken volgens het Europese onderzoek vaak nauwelijks een idee te hebben wat precies het verschil is tussen een citaat en plagiaat. Dat het zonder aanhalingstekens en met de verandering van een paar woorden overnemen van een stuk tekst plagiaat is, komt bij velen niet eens in het hoofd op, zo blijkt uit het Europese onderzoek, waarin studenten en docenten onder meer een aantal voorbeelden voorgelegd kregen met de vraag of het daarbij om plagiaat of citaat ging.
Veel universiteiten hebben niet eens de software in huis die nodig is om op plagiaat te controleren. Als het al gebeurt, gebeurt het vaak op dezelfde wijze waarop dat plagiaat in eerste instantie meestal tot stand komt: door de tekst in Google in te voeren.
In Hongarije had de kwestie Schmitt één positief effect: universiteiten daar werden zich bewuster van het probleem. Het land heeft overigens al jaren een centraal controlesysteem. De Hongaarse software is zelfs in staat om te controleren of een tekst uit het Duits of het Engels is vertaald. Niet onbelangrijk, want vertalen is een van de makkelijkste manieren plagiaat te verdoezelen. Veel software pikt zulke vertalingen niet op.
Maar de controle is in Hongarije niet verplicht en de gigantische bezuinigingen op het universitair onderwijs gaan ten koste van het onderhoud van dat systeem. Van het voornemen om meer vertaaltalen toe te voegen, komt dan ook al jaren niets terecht.
Een van de aanbevelingen van de EU aan de politiek is om meer geld voor controlesystemen ter beschikking te stellen. Maar zolang de politici zelf boter op hun hoofd heeft, is daar weinig enthousiasme voor.
Reacties