Overbodig papier
Brood met sticker |
Die papiertjes zitten behoorlijk vast en ze de enige manier om ze los te krijgen is ze met een korstje brood afsnijden. Geen ramp, maar toch zonde. Vaak vergeet ik het, en dan zit je met een boterham met papier eraan. Bah. Maar goed, ik mag nog blij zijn dat broodjes zonder sticker verkocht mogen worden. Blijkbaar kun je de bakker daarbij wel vertrouwen.
Het is de derde keer in een week dat ik struikel over overbodig papier. Vorige week zaterdag moest ik naar Boedapest. Ik was de enige niet: bij het loket in het station stonden tientallen onderwijzers die allemaal hetzelfde doel hadden: de onderwijsdemonstratie die die ochtend zou plaatsvinden op het plein voor het parlement.
Nu mogen onderwijzers een bepaald aantal keren per jaar met korting met de trein reizen. Dat kan natuurlijk niet zonder de nodige administratie en daar hebben ze dus een speciaal papier voor waarop iedere keer als ze gebruik maken van die regeling, een stempel wordt gezet, plus een krabbel van de lokettiste. Kortom, het schoot niet echt op voor die kassa. Het duurde zelfs zo lang dat ik mijn trein dreigde te missen en ik besloot daarom de gok te nemen en zonder kaartje in te stappen. Ik was bepaald de enige niet.
Dat ging zomaar niet. Voor de trein stond een conducteur, en ik liep netjes naar hem toe om hem te melden dat ik geen kaartje had, en waarom niet. "Het is aan u, dan moet u een boete betalen," zei hij. Maar nadat zich nog wat passagiers met dezelfde mededeling bij hem hadden gemeld, drong tot hem door dat hij een probleem ging krijgen, namelijk een trein vol met mensen die straks allemaal boos zouden worden als hij boetes zou uitdelen. Daarin had hij duidelijk geen zin. Ik zag hem door het raam driftig met hogerhand telefoneren.
Hogerhand wist het ook niet zomaar en de trein vertrok daardoor uiteindelijk vijf minuten te laat. Maar, petje af, de conducteur loste de zaak op en toen hij even later naar mij toekwam, kreeg ik wel een kaartje, maar geen boete. Dat maakte het niet simpeler, trouwens. Naast mijn kaartje kreeg ik nog twee andere stroken papier. Het ene was een proces-verbaal, het andere de boete, die officieel op nul forint was gezet. Mijn bedankje voor zijn inspanningen viel niet in goede aarde. Ik moest niet hem bedanken, maar zijn baas, zei hij boos. Ook goed.
Een paar dagen later vergat ik een deel van mijn boodschappen in de dierenwinkel. Ik kwam er een kwartiertje later achter, en ging meteen terug. De vergeten spullen waren netjes apart gezet. Ik schoot de verkoper die mij geholpen had aan. Of ik het bonnetje had? Dat moest echt! En zo niet, vroeg ik, krijg ik de spullen dan niet mee? Hij aarzelde, en ging uiteindelijk overstag. Een dapper besluit, want het had zomaar gekund dat hij mij verwarde met een van de tientallen andere buitenlandse vrouwen die in het afgelopen kwartier hun hondenvoer in zijn winkel vergeten waren. Of dat mijn dubbelganger door de etalageruit had staan loeren of ik spullen in de zaak zou vergeten.
Zelfde week: we bestellen bouwmateriaal. Dat wordt een paar dagen later afgeleverd. Of we de bon hebben? Want daar moet nog een handtekening van de bezorger op. Zonder die handtekening geen garantie, meende de man. Wel betaald, wel afgeleverd, maar ja, zonder die handtekening kunnen we dat natuurlijk nooit bewijzen. En het ligt volkomen voor de hand dat we over een paar maanden een beroep op het garantierecht doen vanwege gebreken aan bouwmateriaal dat we weliswaar hebben betaald, maar nooit hebben gehad. Of zoiets?
Overbodig papier en overbodige handtekeningen: Hongaren zijn er dol op. Zonder papier loopt het land vast. Met papier natuurlijk nog meer, want het is allemaal een teken van de overbodige bureaucratie waarmee burgers en bedrijven kampen. Bureaucratie dient maar twee doelen: ambtenaren bezighouden, en de zakken van corrupte overheidsdienaren vullen. Hoe ingewikkelder de regels en procedures zijn, hoe eerder burgers geneigd zijn smeergeld te betalen.
Maar vertel dat maar eens aan de wetgevers en regelneven. Die zullen me vast vertellen dat het stomme broodstickertje er voor mijn eigen bestwil is. Terwijl ik er gewoon op vertrouw dat mijn bakker zich ook realiseert dat hij me beter geen oud brood kan verkopen. Want anders ga ik in toekomst toch gewoon naar een ander?
Reacties