De gelukkige tijden van keizer Franz-Joseph
Franz-Joseph 'De gelukkige tijd van vrede'. Zo omschrijft een tentoonstelling in het Hongaars Nationaal Museum in Boedapest de tweede helft van de negentiende eeuw. Het was de tijd dat Hongarije door de Habsburgse keizer Franz-Joseph werd geregeerd en er is wel eens minder lovend over de vorst gedacht. Wie zich twintig jaar geleden positief over hem uitliet, liep goede kans voor landverrader uitgemaakt te worden. Dat lag overigens anders met zijn vrouw Elisabeth, Sissi in de volksmond. Zij was en is geliefd. Na haar dood zamelden burgers geld in voor een standbeeld en ze wordt ruim geëerd met straten en standbeelden. De Erzsébet-brug in Budapest werd naar haar vernoemd en die naam is nooit veranderd, ook niet in de communistische tijd. Maar naar een eerbetoon aan haar man zul je tevergeefs zoeken. Dat moet anders, vindt historicus András Gerő van het Habsburg-Instituut in Boedapest. Honderd jaar na Franz-Josephs dood pleit hij voor een standbeeld voor de man die bijna vijftig