Posts

Posts uit 2019 tonen

Vroeger was alles beter: 570 bankovervallen, 30.000 heroïnejunks.

Afbeelding
Winkeloverval in Ridderkerk, bewakingscamera Wie de berichten op Twitter en Facebook leest, ontkomt haast niet aan het gevoel: Nederland is super-onveilig en de criminaliteit op een ongekend hoogtepunt. De misdaad gedaald? Een leugen, zeggen ze. Dat komt gewoon omdat er geen aangifte meer wordt gedaan. De cijfers vertellen een ander verhaal. Waar zelfs ontkenners moeilijk onderuit kunnen - iedereen begrijpt dat bij moord en doodslag eigenlijk altijd de politie wordt ingeschakeld - is de daling van het aantal moorden: 119 vorig jaar, tegenover 264 in het jaar 2000. Dit jaar  werden tot begin december 101 mensen vermoord. Omgerekend naar de bevolking betekent dat dat in 2000 één op de 60.090 Nederlanders door moord of doodslag om het leven kwam en afgelopen jaar één op 144.373. Daarmee zijn we terug op het niveau van begin jaren zeventig. Topjaren Nu staat moord een beetje los van de rest van de criminaliteit. Maar daar zie je precies dezelfde trends. Echte topjaren - vanuit mis

Fake-nieuws, Timisoara 1989

Afbeelding
Roemenië, begin jaren negentig. In mijn herinnering was het somber en nat weer, maar dat hoeft het helemaal niet geweest te zijn. Ook met stralende zon waren de tientallen lijken die ze eind december 1989 in de Roemeense stad Timisoara hadden opgegraven, een deprimerend gezicht. Het waren mijn eerste doden, maar wat het vooral deed, was het verhaal erbij: het waren slachtoffers van de Securitate, de Roemeense communistische geheime dienst, die in de week daarvoor waren gemarteld en vermoord. Tenminste, dat vertelde de vrouwelijke arts in haar witte jas die op het kerkhof waar de lichamen waren gevonden, uitleg aan journalisten gaf. Ik moet bekennen, ik twijfelde toen al een beetje. De lichamen lagen op witte doeken. Een deel van de lijken was wel erg vergaan. Er zaten baby's tussen. En ze hadden allemaal dezelfde verwonding: een snee over de buik die eindigde in een V-vorm over de borst. Bij allemaal was de incisie met ruwe steken weer dichtgenaaid. Ik vroeg ernaar. Ja, zei d

Het gewicht van de geschiedenis

Afbeelding
Herdenking op de dag van de Martelaren in Vác We woonden in 1990 net in Hongarije toen we naar het plaatsje Zsámbék gingen om de feestelijkheden voor de 15de maart bij te wonen. Het communisme was net gevallen en voor het eerst in decennia konden de Hongaren die dag, de herdenking van de opstand tegen tegen de Habsburgse keizer in 1848, vrij vieren. De communisten hadden dat altijd verboden, omdat de machthebbers vreesden dat zo'n herdenking op protesten tegen Moskou zou uitlopen. Een grote groep dorpelingen met groen-wit-rode cocardes op de borst trok in optocht naar een lokaal monument. Daar zong iedereen na het aanhoren van een lange speech het droefklinkende Hongaarse volkslied. We keken wat verbaasd naar die serieuze plechtigheid, anderhalve eeuw na dato. Dat, op zijn beurt, verbaasde onze tolk András. Herdachten wij het einde van de tachtigjarige oorlog dan niet? Destijds vond ik het prachtig, zoveel historisch bewustzijn. Nu ik haast dertig jaar later naar Nederland ter

Straatkroniek: Scherpe pepers

Afbeelding
In de Turkse supermarkt bekijkt een vrouw de groene pepers met een kritische blik. "Zijn die scherp?" vraagt ze aan een jongen die bezig is de voorraden aan te vullen. Hij vindt van wel, maar als ik haar zo bekijk, komt ze ergens uit Oost-Afrika. Ik heb een paar keer Ethiopisch gegeten en vermoed daarom dat zijn scherp niet haar scherp is. "Ik denk niet dat u ze echt scherp vindt," zeg ik dan ook, en raad haar aan haar pepers bij de Surinamer aan de overkant of de Aziatische toko even verderop te kopen. Ze knikt, ze kent beide winkels, en ja, die hebben echte scherpe pepers, maar ze wil toch nog een keer weten of deze pepers nou scherp zijn. "Dan proeft u er toch een," zegt de jongen uiteindelijk zuchtend. Ze breekt bijt erin en schudt haar hoofd. "Niet scherp," zegt ze bits, "Helemaal niet scherp." Even later staat ze bij de kassa voor me, met een pak bulgur en, tamelijk verrassend na haar afkeurende gezicht, twee groene pepers in ha

De eeuw van Julia

Afbeelding
Julia (midden) met vriendinnen Twaalf was ze, maar Julia Ösze was zo klein en ondervoed toen ze in 1923 in Nederland arriveerde dat haar pleegouders haar acht schatten. Ze was een van vele duizenden Hongaarse kinderen die kort na de Eerste Wereldoorlog met een speciale kindertrein naar Nederland kwamen om op krachten te komen. De bedoeling was een paar maanden, maar voor Julia en voor duizenden anderen werd het het grootste deel van hun leven. Haast honderd zou ze worden, een kleine eeuw die bepaald werd door twee wereldoorlogen, heimwee naar Nederland, een communistische machtsgreep en een vlucht voor de Russen. Toen ik haar enkele jaren voor haar dood bij haar jongste zoon in Hongarije ontmoette, wist ze er prachtig over te vertellen. Haar drie kinderen zouden er later hun eigen verhalen aan toevoegen. Ze kwam uit een verscheurd land. Samen met bondgenoten Duitsland, Oostenrijk en Turkije had Hongarije de oorlog verloren en daarvoor was het zwaar gestraft. Bij de onderhandeling

Hongarije worstelt met luchtvervuiling

Afbeelding
Rookwolken boven het dorp De zon hangt al laag en de zonnige septembermiddag begint af te koelen. Onze overburen steken hun kachel aan. De zwarte walm uit hun schoorsteen jaagt ons het huis in dwingt ons alle ramen en deuren te sluiten. Ik weet wat er uit hun kachel komt: in het voorjaar lag op zeker moment een half huis aan geverfde raamkozijnen, deuren en ander bouwafval voor hun huis. Toen ik vroeg waar dat hout voor diende, kreeg ik na enige aarzeling 'brandhout' als antwoord. 'Jó levegő', goede lucht, zei een buurvrouw toen we jaren geleden een weekendhuis op het platteland kochten. Ze is de enige niet, veel dorpsbewoners zijn ervan overtuigd dat hun lucht veel beter is dan die in de grote stad. Ten onrechte, zeker in de winter. Dan is de hoeveelheid fijnstof, de belangrijkste reden van voortijdig overlijden, in dorpen soms vier keer zo hoog als op de Muzeum körút, een drukke verkeersader in het centrum van Boedapest. Maar ook in de zomer is de dorpslucht bep

Avonturenfietspad zonder klanten

Afbeelding
Iets te avontuurlijk Aan het roestige hek dat de toegang tot het avonturenfietspark in Hatvan afsluit, hangen hangslotjes met namen. Bij gebrek aan een brug over de Parijse Seine verklaart de lokale jeugd elkaar blijkbaar hier de eeuwige liefde. Zo heeft in ieder geval iemand plezier van dit miljoenenproject, want avontuurlijke fietsers zul je hier niet snel zien. Achter het hek kronkelt een smal parcours van dunne latten over onmogelijke bochten. Hier is een lat gebroken, daar groeit onkruid door de constructie. Erboven zigzagt een betonnen loopbrug. Hoog opschietend gras en stapels gebroken betonpalen voltooien het desolate beeld. Het park zou volgens de gemeente vermaak moeten bieden aan jong en oud, zegt József Biró, die in zijn vrije tijd de lokale nieuwssite 60lap.hu onderhoudt. Zelf denkt hij dat het enige doel was om de zakken van een aantal mensen te spekken met EU-geld. Sinds de opening in 2015 hebben precies 41 mensen hun leven op het lattenparcours gewaagd. Slechts

De jonge en de oude Orbán

Afbeelding
Mede-Fideszoprichter Péter Molnár Om half acht zou hij er zijn, had Péter Molnár gezegd. Het wordt half negen. De uitzending bij TilosRádió (Verboden Radio) die hij moest presenteren, duurde langer dan hij dacht. De dichtavond in de kelder van de Drie Raven begint er een half uur later door, maar het publiek wacht geduldig op de man die ooit samen met de Hongaarse premier Viktor Orbán een van de oprichters van regeringspartij Fidesz was. Er is goedkope wijn in plastic bekers, er zijn grote zitkussens op de vloer en niemand heeft haast. Molnár heeft vaker een probleem met tijd. Behalve als hij optreedt in een poëzieslam, een dichtwedstrijd waarbij de deelnemers binnen een vastgestelde tijd zelfgeschreven gedichten voordragen. Dan houdt Molnár, die vorig jaar het Europese Europese kampioenschap won, de klok nauwlettend in de gaten. Dan komt hij gehaast binnen. "Dertig seconden," roept hij, het worden een paar minuten. Deze avond draagt hijzelf niet voor, maar presenteert

Hongarije gaat toeristen controleren

Afbeelding
Hotelreceptie op de Lenin körút in Budapest.  Foto Sándor Bauer, Fortepan Het is veel eigenaren van pensions, campings en hotels waarschijnlijk ontgaan, maar Hongarije scherpt de regels voor registratie van gasten dit jaar behoorlijk aan. Volgens de nieuwe toeristenwet die eind november werd aangenomen moeten alle eigenaren van hotels, campings, pensions en ook privékamers zich komende maanden registreren bij het Hongaarse Toeristische Agentschap (Magyar Turisztikai Ügynökség -MTÜ). Dat is op zich misschien niet zo erg, al lijkt het dubbel werk, want verhuurders moesten zich natuurlijk ook al registreren bij hun gemeente. Kwalijker is dat verhuurders naast de registratie verplicht worden bepaalde software te installeren waarmee ze dagelijks aan de MTÜ moeten doorgeven hoeveel gasten ze hebben. Officieel wordt die informatie verzameld voor statistische doeleinden. Maar uiteraard kan ook de belastingdienst er gebruik van maken. Maar de software heeft een tweede doel: politieregist

Van der Bellen te adellijk

Afbeelding
Habsburg? Geen adel meer Moet de Oostenrijkse president Alexander van der Bellen vrezen dat hij in toekomst als Alexander Bellen door het leven moet? Die vraag hield Oostenrijkse advocaten afgelopen week serieus bezig. Adellijke titels werden na de Eerste Wereldoorlog grondwettelijk verboden, net als het gebruik van adellijke naamstoevoegingen als 'von' en 'zu'. Maar het constitutionele hof besloot onlangs dat namen die de suggestie van adel wekken ook niet meer mogen. Daarom maken de rechter bezwaar tegen de toevoeging 'von der' (pakweg het Nederlandse 'van der') in een van oosprong Zwitserse achternaam. Om dezelfde reden besloot het hof meteen ook dat de Franse naamstoevoeging 'de' niet mag. Eigenlijk zou je verwachten dat niemand zo'n verbod na een eeuw nog serieus neemt. Decennia kregen de pakweg 2500 Oostenrijkers die nog een adellijke toevoeging gebruiken, daar inderdaad nauwelijks problemen mee. Ze zijn in Oostenrijk sowieso dol

Voor Orbáns nieuwe kantoor mag niet worden gedemonstreerd

Afbeelding
Erewacht voor het Sándorpaleis, kantoor van de president, waar Orbán eigenlijk naar toe had gewild De Hongaarse premier Viktor Orbán vervulde dit nieuwe jaar een oude wens en verruilde zijn werkkamer in het parlement voor een nieuw kantoor op de burchtheuvel. Waar Mark Rutte het moet doen met een torentje niet ver van de Tweede Kamer, heeft Orbán nu een gerestaureerd klooster met riant uitzicht over de stad, ver van oppositieparlementariërs die hem per ongeluk aanschieten met vervelende vragen. Orbán zit in toekomst niet alleen ver van lastige parlementariërs, maar ook van demonstrerend gepeupel. Volgens een nieuwe regeringsregeling die eind december werd gepubliceerd, mag bij zijn nieuwe kantoor of bij dat van de president dat er pal naast ligt, namelijk niet worden gedemonstreerd. Het wordt dus lekker rustig voor de deur, al zou inzet van de ME tegen demonstranten die dat verbod spontaan negeren die pret natuurlijk wel bederven. Voor Orbán komt de verhuizing eigenlijk zeventie